Bedoeld noch gezegd. - pagina 11

om mannen

ontzettende vermetelheid op mij had geladen,

genoemden, die

ik nooit anders

als

dan hoog gewaardeerd en

geëerd heb, publiekelijk ten toon

te stellen

de straks

als

broeders

als Antichristen.

uw hart ' geloofd hebt, dat ik deze zonde werkelijk beging, maakt Ge mij nooit waar, maar goed, Gij hebt het u ingebeeld, en_^ U dit ^eenmaal inbeeldende, hebt Ge met ingebonden toorn Dat Ge

op

in

nameloos

het

zondige

en

aanmatigende

van

zulk een bestaan

gewezen. Hiervoor dank ik U, want hadt Gij dit niet publiek uitgesproken,

ware de pas

mij

publieke wegneming van deze ergernis niet geo-

tot

pend geworden.

Nu

kloek

manlijk

nu

daarentegen,

en

toch

deerde daad voorhieldt den,

om

;

niet zonder teederheid

—

om

onverwijld,

toorn en toch zonder te kwetsen,

Gij, in

nu

even publiekelijk,

diging te ontkennen; maar ook

gepreten-

met

niets

Kenner der

den

voor

als

en

minder

van de gequaliticeerde beschul-

niet alleen alle geldigheid

beslistheid,

deze

mij

,

mij daardoor de gelegenheid gebo-

is

harten

dat ik zulk een zeggen, als Gij mij toedicht, nog dieper

te betuigen,

dan Gij verfoeien zou; en dat ik mitsdezen

al

wat

in het geïncrimi-

neerde, of in eenig ander artikel, voor een aanklacht, als Gij indiendet, maat'

ook

ecu

schijn

stantiën en in al

En na ik

dit

gezegd

de

eigenlijk

van

zijn

grond mocht opleveren, hiermee in alle in-

corrolariën terugneem en

te

herroep.

hebben, Hooggeachte Heer en Broeder, kon

pen nederleggen

;

want reeds door deze korte ver-

uw jongste

klaring verviel, hadt Gij ze vroeger bezeten, voor

schriftuur

elk motief.

Maar, mijn

uw

overmits

artikel gevoerd,

boekske,

al

te

min

beleefd

onweersproken

U

meest gewilde, en voor

gunstig licht plaatst,

zoo

zij

venstaande korte verklaring nog enkele

wingen toe

te

zou

zijn,

te laten,

uw

betoog,

uit

en Gij bovendien, in

buiten de aanklacht, waarop ik wees, ook nog een en

ander in het door

wat

het

uw

het ook

geestverwanten wel

mij

vergund^ aan bo-

niet te lange tegenbeschou-

voegen, allicht ter opheldering van het ontstane mis-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen