Uit de diepte - pagina 22
Bijbellezingen door de afgezette leeraren en hun trouwe medebroeders te Amsterdam in de lokalen gehouden. I en II: Alzoo zal het onder u niet zijn.
aan den Staat en aan de volken een machtig rechtsbesef ingeplant en een milde gave van rechtstalent geschonken. Zelfs de heidensche volken blonken hierdoor uit en zijn nog op dit heilig terrein de leidslieden der natiën. Maar aan de Kerk schonk God de Heere dit talent niet. Zij vi^ilde dus recht plegen en recht bedeelen, maar zonder er de gave, het talent, de intuitie voor te bezitten; en zoo misbruikte ze eenvoudig de geschonden rechtsvormen als instrument voor eigen heerschappij. Bij haar is het niet de rechter die over de vervolgden en
Heere
geplaagden wraakt, maar
tegen partij
partij
,
om
zittend in
den
rechterstoel de ellendigen te vertreden. Een drijven waakt op dat niet steunt op besef van sympathie ,
maar steun zoekt in de w^ereldsche dagbladpers die tegen den Heere en zijn Gezalfde strijdt. Niet de goeden worden gesteund, zoodat de boozen beven; maar de^ loochenaars van 's Heeren Godheid zetelen in eere de dronkaards en ontuchtigen gaan vrij uit; terwijl juist de getrouwe getuigen des Heeren met den kerkelijken dood 'bedreigd worden. Zoo 'voleindigt dit diep zondig, ongeestelijk, wereldgelijkvormig streven zijn loop in eigen schuldige ontwikkeling. met de hemelsche heirscharen
,
,
En wat
het ontzettendst
is,
dan moet zulk onheilig bedrijf
met het
b e w i n d s e 1 der vroomheid. Want natuurlijk, een veldheer kan nog tot den kogel veroordeelen met een vloek op de lippen; een politieagent den weerspannige nog voortsleuren onder misbruik van den naam des Heeren; maar een kerkelijke heerschappij die ten doode doemt, kan dit niet anders doen dan zeggende te handelen in den naam des Heeren. En zoo zoomt men dan ten slotte de Farizeesche gedenk cedelen om 'den tabberd dezer ongoddelijke en van God geoor-
zich
nog dekken ,
deelde heerschappij.
Dat men toch nuchteren wierd en opwaakte uit de onwaarin men voortholt. Zekerlijk ook wij zijn geroepen om als koningen te heerschen, maar naar het schoone woord van den Catechismus o,
geestelijke zelfverblinding
openbaart daarin,
zich die koninklijke heerschappij op aarde slechts dat we „tegen de zonde, den duivel en zijn gansche
rijk strijden
Zekerlijk
maar onder
mogen." er
is
allen
heerschappij uit
vrouwe
ook in de Kerk van Christus, geboren, is er maar één van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's