GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 21

1. bekendmaking van den Amsterdamschen kerkeraad; 2. bericht van reformatie; 3. verklaring der ontzette kerkeraadsleden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

treding" en ontrouw bewust waren, als waardoor wij ten v'olle verdiend hadden door den Koning der Kerk ontzet te worden, zoo zal er wel niemand onzer zijn, die niet, in de teederheid zijner ziele getroffen, het schuldig" hoofd in ootmoed voor den Kenner der harten buigt. Dit echter was evenzoo eenjaar geleden, toen we niet met Kerkelijke ontzetting vervolgd werden, zonder dat deswege iemand onzer zich destijds verplicht of gerechtigd achtte van zijn plaats weg te loopen. En zoo staat het immers ook nu nog met onze ambtsbroederen, die men niet ontzette, en die deswege evenmin Avillig aftreden. Zulk een overweging mag dus niet misleidend werken. En het is om tegen deze misleiding beveiligd te zijn, dat we de vraag derhalve moeten beperken tot dat bepaalde misdrijf, waarvoor men ons ontzet heeft, en dan nog wel onder vergelijking van dit misdrijf met anderer bedrijf, dat men

^//gestraft liet tot zelfs in onze rechters.

En

zoo nu opgevat, hoe zou er dan voor ons gezamenlijk of voor één ons ook maar de minste twijfel kunnen rijzen, of de handeling, die men ons als misdrijf aanrekent, ^\ as bij al onze gebrekkigheid, juist een zivakke poging, cm aan onzen Koning niet ontronw te i^'orden, en kan dat dus nooit oorzaak zijn dat Koning Jezus ze/f ons uit ons ambt zou hebben ontzet. Te midden van een schriklijke verwoesting der Kerk van Amsterdam in haar Kerkeraad opgetreden, hebben we niet geweten, waar aan te vangen om in deze uitgebreide Kerk, en gebonden aan haar log raderwerk, dezen A//gias-st2i\ van verloochening in belijdenis en wandel te reinigen. Vandaar onze langdurige schuldige tekortkoming" en het zondige dulden van zooveel toch voor God niet goed was. Maar in welke slapheid we ook als hangen bleven, dit stond toch bij ons allen van meet af vast: Een last of bevel, om iets te doen dat k/aar/i/k tegen den Woorde Gods inging, zouden we weigeren te gehoorzamen. Dit wi.st men in ons midden; dit wisten onze vijanden; en juist omdat ze dit wisten, hebben ze ons lang ontzien. Geheel onverhoeds en zonder dat iemand onzer er op rekende is de bekende Attestenzaak ons dan ook overgekomen, en als lasterlijk en onwaar mogen we voor God en menschen elk zeggen en vermoeden van ons werpen, alsof deze zaak door ons zuare gezocht. Noch gezocht noch ingeroepen noch uitgelokt, maar geheel buiten ons toedoen op onzen weg gelegd is deze zaak. En het was zonder eenig vermoeden zelfs, dat ze tot zoo ertistige gevolgen zou leiden, dat wc in haar behandeling op eenige trouw aan onzen Koning bedacht waren. Niet toch alleen wij, maar ook de leeraren Kra}'enbelt, Deetman, Geselschap, Rrummelkamp, Lütge, Aalders, Van der Horst, en zoovelen meer, verklaarden (zoolang er nog geen vervolging dreigde, hierin met ons eenparig) dat het uitreiken der Attesten tegen den Woorde Gods %vas ; en het is eeniglijk uit dien hoofde dat ook wij verklaarden den tegen-Schriftuurlijken last der hoogere Besturen, om ze toch uit te reiken, te zullen weerstaan. En niet eerst in het beheersgeschil (waarvan destijds nog niets te vermoeden viel), maar wel terdege reeds in de Attesten-7.aa\K schreef ons de S)nodale Commissie dat we wel behoorden te weten wat we deden, want dat, weigerden we, de teerling geivorpen en terugkee? onmogelijk was. Al onze strijd ontspon zich derhalve uit deze onze ambtelijke weigering om den Woorde Gods, d, i. den last van onzen Koning, ongehoorzaam te zijn. En van flcn anderen kant strekte alle gewelddadigheid der Kerkelijke Besturen uitsluitend, om ons óf die weigering te rloen intrekken, óf wel ons uit hoofde van die weigering met ontzetting, d. i. met den ambtelijki;n dood, te straffen.

van

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's

Afwerping van het juk der Synodale Hierarchie - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886

Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's