Uit de diepte - pagina 421
415
worden met eene kroon der
eere, zooals zelfs de heilige enge-
len niet ontvangen.
En daarom,
avond u herinnert aan veel en velerjaar moest verduren, vooral in en om den strijd, dien ook gij voor de eere en het ongedeeld gezag van den Koning der kerk tegen onwettige en goddelooze besturen klaagt en treurt dan niet over het onhebt aangebonden, recht van menschen, maar verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen. Zoo gij wettelijk, naar Gods Woord en voor zijne eere, hebt gestreden en strijdt, moogt gij u vertroosten met, en verblijden i n die zalige hoop. Ziet dan temidden van uw strijd op Hem, die u steunt en straks in heerlijkheid opneemt Ziet opwaarts naar den hemel, waar de zegepralende kerk uitrust van haar strijd, en staat voor den troon en voor het Lam. Wacht op dat uitnemende heil, en zoekt ook nu en steeds in Hem te rusten, die ons hoogste goed moet zijn, en wiens gunst meer verblijdt, dan als het koren en de most vermenigvuldigd worden. Ja waarlijk, mijne hoorders God te zien en bij Hem te wonen, dat is een hooge eere en een uitnemend voorrecht; maar een eere en een voorrecht, waarin alleen de reinen van harte kunnen deelen en zich verheugen. En daarom wijst Johannes ook op de reinheid der ontelbare schare, die staat voor den troon en voor het Lam, en stelt hij haar voor, gelijk hij haar zag, in heilig sieraad ^uitgedost, ofte wel sbekleed zijnde met lange witte k 1 e e d e r e n." Die dus den hemel is ingegaan, heeft het kleed der zonde en des doods afgelegd, en verwisseld met het witte kleed des heilö, dat door zijne lengte hem ganschelijk bedekt. In heilig sieraad uitgedost bekleed met het kleed van Christus' gerechtigheid en heiligheid, staan de verlosten in volkomen reinheid, zonder vlek of rimpel, door geen enkele zonde bezoedeld, voor het aangezichte Gods. Hier op aarde droegen zij het beeld van den aardschen Adam, hetwelk enkel zonde is en ongerechtigheid; maar in den hemel siert hen het beeld van den hemelschen, dat volkomen vrij is van elke vlek en smet, en witter dan sneeuw, die versch op het aardrijk nederviel. Hier hebben zij gewandeld, gezucht en geworsteld in het lichaam der zonde; maar daar zijn zij over dat alles heen, en voor eeuwig aan iedere aanraking met de zonde ontrukt. o, Men moet de zonde bij eigen ervaring als zonde hebben leeren kennen om deze zalige gedaanteverwisseling eenigerlei,
dat
gij
als deze
dit
—
!
!
volkomene
;
mate
te
kunnen waardeereu. Wie met haar
is
bekend gemaakt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's