Uit de diepte - pagina 21

15 blgdt u veel meer, dat uwe namen geschreven zijn in de hemelen." kent gij reeds de ware oorzaak der blijdMijne hoorders schap ? Dat wil zeggen, hebt gij zekerheid voor tijd en eeuwigheid van uwen Heere ontvangen? Kunt gij gerust sterven? o, Ik wil gaarne van u gelooven, dat gij u niet onttrekt aan het werk der barmhartigheid en aldus strydt tegen de ,

booze lusten. Maar dat alles kunt gy doen zonder nog een kind Gods te zijn. Misschien wijst gij op een of anderen zegen, dien gij op uwen strijd tegen de duivelen ontvangen hebt, en verheugt Gelooft mij wanneer dat de eenige grond gij u daarover, o uwer vreugde is dan zijt gij toch nog rampzalig. Gelukkig, zalig alleen, die door Gods genade weten: »Mijn naam zijn zij staat in het boek des levens," Dat is een wetenschap, die ons al blijft de Satan voortgaan in eeuwigheid niet ontvallen kan bestrijdingen en verlokkingen. met al zijne aanvechtingen Hebt gij haar niet, dan u niet gevleid met de gedachte, dat niemand zeker kan zijn van zijne zaligheid. De Heere Jezus heeft het anders gezegd. Aan zijn woord moet gij u alleen houden. ,

,

,

,

,

Haast u dan

om uws

levens wil, medezondaren, die nog niet

voor eeuwig geborgen zijt. Geen verdienste is het, die deze genade verwerft, zij is een gave van Gods vrije gunst. Waarom, o mensch, zult gij u neerleggen bij de onzekerheid van het leven; waarom u zelfs daarmee tevredengesteld? Is het dan niet heerlijk, met den apostel Paulus te mogen zeggen: »Wij weten, dat, wanneer ons aardsche huis zal zijn afgebroken, wij een huis hebben, niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen"? Het is de vreugde van een koningskind, te weten: ik ben een gekende des Heeren. Is het zoo niet, kinderen Gods? Zoo

weet of

gij

wordt uwe blijdschap,

te roenaen in

Hem,

die zichzelven over-

om zyn

kind voor eeuwig te redden. Wederstaat dan ook den duivel, die u anders influistert. En zijt gij ook nog onder ons, bekommerden en verslagenen van geest, die de zekerheid van 's Heeren trouwe mist, o neemt haar niet als een roof, want dan jaagt gij een verbeelding na. Doch schikt u voor den troon Gods en worstelt in den gebede met den Heere, dat Hij u zegene als Jakob. De oorzaak, dat de gewisheid lang wegblijft, ligt bij ons en is onze schuld. De parel van overgroote waarde ontvangt alleen hg die alles, alles wat van hemzelf is zelfs zijn schitterende paarlen, kwijt is, o, Wanneer de Heere tot zijn schaap komt en zegt: »Gy gaf aan vloek en dood

,

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen