Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 427

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT. overleggingen,

Kerk

daar

dat,

zij

ten duidelijkste getoond hadden zich

afgescheiden te hebben, dit

de noodige bekendheid

te

eenvoudig

feit

komen de gevolgde

betreft,

namen mochten

mannen

van onze

en daaraan

In de verklaring, die

getal,

kerkrechtelijke

beginselen voor.

Hunne

echter ook wel voor het nageslacht bewaard worden, als een

van de verblindende werking van groote talenten

bewijs te meer

onder den schijn van vroomheid.

der leugen

te constateereu,

geven. Evenzoo heeft het gehandeld met de bedoelde

„Gemachtigden," niet minder dan bijna 200 in

hen

409

Onder

in

den dienst

die personen zijn toch

broeders, die een ongeveinsd geloof, een helder hoofd en vele

digheden in andere opzichten bezitten

bijv.

;

kun-

een achttal hoofden van chris-

en een drietal Godsdienstonderwijzers.

De

telijke

scholen,

echter

geene hoogere raenschelijke school dan die van de Diaconie bezocht.

Meer dan één

Maar

behoorde

Evenwel,

gemeente. het

zelfs

wij zullen

tot

de bepaald arme en bedeelde leden der

namen maar

de

meesten hadden

weglaten.

zeker voor de geschiedenis van het Kerkrecht niet van belang

is

ontbloot,

de verklaring zelve van den Kerkeraad mede op deze bladzijden

ter lezing

aan

Het de

te bieden.

Classicaal Bestuur van

Amsterdam, doende wat des

Hervormde Gemeente

Nederduitsche

Amsterdam

te

is,

Kerkeraads van

Bij zonderen

daartoe heden met de aan-

wezige Kerkeraadsleden saamgekomen,

Overwegende, dat door

gericht

de

in een adres

Kerk

Gereformeerde

van den i8den December 1886, aan Z.M. den Koning

noemende „Opzieners

zich

en Armverzorgers van de Nederduitsche

Amsterdam," vertegenwoordigd door den WelEerw. Heer P.

te

W. van Loon,

van Son, „Praeses," en den WelEerw. Heer H. dat

ongeveer

200

machtigd waren

tot het verkiezen

zieners en Armverzorgers,

nog

O.,

begeeren"

te

van Predikanten, Ouderlingen en Diakenen „de Op-

dat, daar zekere

Lidmaten

tot

het doen van

laten verleiden, te

bevoegde

iets

zouden

vrijwillig

erken-

zij

volgens de vigee-

tot het afleggen

zéér

hebben

Gods Woord, en daarna den uden het

beloven

jaar

1885

on-

KiescoUegie, tijdens het aanteekenen van

vele leden van het

tot

te

van zulk eene verklaring hadden

van

houw

aanvaarde kerkelijk bestuur verzetteden

Januari 1886, opge-

en trouw aan wie zich tegen het

;

ingekomen schrijven door den Algemeenen Kerkeraad, in verband de beantwoording van vragen omtrent het bovengenoemde Adres hem gedaan, en den aard van het Kiescollege, als zijnde de vergadering van die gemachtigde Lid-

O.,

dat

blijkens

maten met den Algemeenen Kerkeraad

tot

en de beroeping van Predikanten, aan hen

met

te

bovengenoemde keuzen gemachtigd

kunnen doen, wanneer

meer omdat reeds vóór de maand December van het

personen

alleen op grond van

cassatie

tot

toegepast,

Kerkelijke Reglementen daartoe opgeroepen worden, er onderzocht behoorde

worden, of de bedoelde Lidmaten zich

roepen

is

hadden

;

werden, welke slechts dan daaromtrent rende

gezegd wordt,

op wie de proscriptie door de Algemeene Synode

steeds en bij voorduring als Opzieners en Armverzorgers verklaard

nen en

tot

„S^rr/iJa"

wie door de Stemgerechtigden der voornoemde Gemeente ge-

van

die mededeeling aan Z.

de benoeming van Ouderlingen en Diakenen gedaan in overeenstemming

allen vragen zijn

M. den Koning

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen