Uit de diepte - pagina 679
673 ook uitkomen, daar men den eenigen, vasten regel verliet, door den Heere zelf, ook door zijn eigen voorbeeld, zijner Kerke gegeven. Tegen den hypocriet, tegen den nog niet openbaar geworden aanklever van leugen en kwaad, is geen ander middel tot afwering, dan de prediking van het schiftende, de zonde bestraffende Woord. En door datzelfde Woord komt in de ziele die vex'lichting, waardoor een elk bij zichzelven het kan weten, of hij als een hypocriet dan wel als een geroepene staat tegenover den Heere, die met de teekenen zijns lijdens
hem
tegentreedt.
Het bewijs daarvan aanschouwen
Woord
wij
hier.
Of
ziet gij niet,
ontstaat in de gemoederen ? Nauw hebben de discipelen het gehoord, of met zijn snijdende kracht gaat het door tot de conscientie. De gedachte aan het verraad vervult do harten niet alleen met verontwaardiging maar een bange schrik slaat hen om de zielen bij het bedenken, niet alleen dat het feit zal plaatsgrijpen, maar dat uit hen, uit hun eigen kring, éen de zwarte misdadiger zijn zal, die zoo boos stuk zal bestaan. Ontroering grijpt hen aan, zóo sterk, dat niet éen het waagt om te zeggen: »Och, mij verdenkt Gij toch daarvan niet?" maar zij allen tot Hem komen met de vraag: »Ben ik het, Heere?" In dat woord openbaart zich de zelf beproeving, die de Heere werkt bij zijne jongeren, die straks het Avondmaal zullen nuttigen. In anderen vorm wordt daarin beleden, wat eens David vroeger gebeden had in zijn psalm »Door grond
hoe
door
dat
gisting
,
:
God! en ken mijn hart; beproefmijen ken mijne gedachten; en zie of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwige n w e g." Daaraan wordt de vrucht der ware zelf beproeving mij, o
gekend: een mistrouwen van eigen oordeel en dies voor den Heere, opdat Hij, die de hartea doorgrondt en de nieren proeft, zelf het oordeel vellen moge. Niemand brenge daartegen de bedenking in Zou dat zelfbeproeving te noemen zijn? Wat diepgang had die zake nog in 't harte der jongeren. Want wel weten wij, dat de heilige historie verhaalt dat kort na dezen, op den weg van de opperzale naar Gethsémané, het gesprek gehouden werd tusschen den Heere en zijne discipelen, waarin dezen zoo stout en strak het tegen Hem, hunnen Heere, dorsten volhouden: »Wij zullen U niet verloochenen!" waarin zölfs een Petrus van zichzelven zeggen durft: »A1 verloochenden zij ü ook allen, ik doe dat nooit !" Doch daardoor wordt niets ontnomen aan het feit, dat hier van ware zelfbeproeving sprake is. Wat deze historie bewijst, is, dat iets echt kan zijn, zonder ten een
leste
zich
stellen
:
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's