Uit de diepte - pagina 130

,

124 jongeling

om

mijne buile.

Want Kaïn

zevenvoudig worden

zal

maar Lamech zeventigmaal zevenmaal." Gij kent wat een Horatius noemt als dat vers niet toe eisch der poëzie, dat, als gg de woorden omzet en maat en rythmus wegneemt, en de deelen ontbindt, als bij de verzen van Ennius, elk deel in zich het kenmerk draagt een brokstuk te zijn van een gedicht. Neemt uit Lamechs lied de parallelle, de evenwijdigheid der deelen, weg en gij houdt niets over dan de ellendige taal van den suoevenden woestgewroken, zeker aan

aard

,

een

,

goddeloozen dagelijks uiten, zich

de

zooals

taal,

grootmakende op hun schande. Voorwaar, Lamech is niet alleen de vader der dichtkunst, maar ook van den dronkaard, die zich beroemt: » Zooveel heb ik gedronken"; van den wellusteliug, die van zijn nieuwe slachtoffers getuigt; van den straatjongen, die zich groot maakt, slagen en wonden als wrake te hebben toegebracht. De goddeloosheid vond het uit, maar de Heere gaf het aan zijne kerk om kunst en wetenschap uit die handen te wringen en te heiligen voor Hem. Hij heeft gezegd » Alles is het uwe" dus ook die tent, dat zwaard, dat orgel, dat lied; want Hij maakt wat duister is tot licht. Ziet het, waar wij u noodigen eene andere tent nader te treden, de tent der samenkomst, :

,

Daar staat nabij het heilige de man Heeren voerde, die reeds als kind de harp tokkelde, als hij achter de kudde, huiswaarts keerende, verrukt stond over de majesteit Gods, geschreven in sterrenschrift aan de hemelen de man groot in de lofzangen Israels. Daar klinken andere liederen daar spreekt het alles van God. Gods wijsheid liet het den kinderen der wereld over om uit te vinden en zijne almacht ontwrong aan hunne handen, opdat het geIsraels centraal heiligdom.

,

die de oorlogen des

,

;

heiligd dienen zou voor het koninkrijk Gods. Zoo ging en zoo gaat het voort de wereld gaat met haar kunst en wetenschap haar pad banen zich ten verderve, maar ;

onwillig ook, het moet alles den Heere dienen tot volvoering van zijn Godsplan, en hoe zij ook strijdende tegen waarheid en godzaligheid is de eeuwige raad van God moet volbracht. Een Haman richt voor zichzelf het hout op en voor Mordechai vraagt hy koninklijke heerlijkheid. Als Jozefs broeders den geopenbaarden wil des Heeren zoeken te verhinderen worden zij juist het middel om hun broeder grootvizier van Egypte te doen worden. Wij vermogen niets tegen, maar alleen voor de waarheid. Wat de mensch ten kwade denkt dat denkt

boe

,

,

God

ten goede.

Het omgekeerde is het werk der onbekeerde wereld. Zoolang wonder van Daraaskus' weg heeft plaats gehad, wordt

niet het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen