Uit de diepte - pagina 661

-

655 mijne handen en breng uwe hand, en steek ze in mijne en zijt niet ongeloovig, maar geloovig. En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas! zoo hebt gij geloofd; zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben. Joh. 20 24—29. zie

,

zijde;

:

Thomas was niet tegenwoordig geweest in den kring dor discipelen, aan den avond van den dag der opstanding, toen de Heere hun zoo heerlijk verschenen was. Een gansch moedelooze en troostelooze zielsgesteldheid heeft soms dit tengevolge, dat men zich terugtrekt van het volk, waarbij men anders behoort, van de gemeente. Dat Thomas in zulk een moedeloozen en troosteloozen toestand der ziele verkeerd heeft, lijdt geen twijfel. Hij was een man van een diep gevoelend en tot het neigend karak ter maar hij was een waar discipel van Jezus en innig aan Hem verkleefd. Herinnert u maar eens wat hij zeide, toen Jezus, na Lazarus' dood, weder naar Judea wilde trekken, hoewel zijne discipelen het Hem afrieden, omdat de Joden aldaar nog onlangs hadden gezocht Hem te steenigen. Toen zeide Thomas tot zyne medediscipelen: »Laat ons ook gaan, opdat wij met Hem sterven." Denkt er ook aan, hoe Thomas, toen de Heere later van zijn heengaan sprak om hun plaats te bereiden, en er bijvoegde » Waar Ik heenga, weet gij, en den weg weet gij ," hoe Thomas mismoedig antwoordde » Heere! wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wy den weg weten ?"

zwaarmoedige

;

,

:

:

Alles wijst er op, dat de slag, die over de discipelen gekoin het kruis, den dood en het graf van Christus, bijzonder verpletterend geweest is voor het gemoed van Thomas. Een zwaarmoedig karakter is in den regel ook onbuigzaam. Wordt het door genade geheiligd, dan is het den Heere aanklevend, niet wispelturig, niet de huik naar den wind latende hangen. Maar in zichzelven is het ook vaak sterken en aanhoudenden tegenstand biedend aan de

men was

trouw

genade.

Het laat zich dus zeer wel denken, dat Thomas aan den avond van den opstandings.dag niet in den kring der discipelen was. Er z ij n karakters, die gaarne mededeelen en openbaren, wat in hen is, en die, als verslagenheid over hen komt, gaarne het gezelschap der broederen zoeken, en daarin nog eenige verlichting vinden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen