GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 668

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 668

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

662 mas' zijde, tot zijne beschaming, en zegt: » Nu, Thomas! gij hebt hebt eerst willen zien, en dan gelooven welnu dan nu uwe begeerte verkregen omdat gij Mij gezien hebt, Thomas! zoo hebt gij geloofd." Maar merkt nu, hoe Thomas niet op dien grond zalig gesproken wordt, 't Is, of de Heere wil zeggen: »Uw weg was niet goed," als Hij daarentegen laat volgen: » Zalig zijn zij die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben." De weg, waarin Thomas heeft willen wandelen om tot het geloove te komen, wordt hem hier tot zijne verootmoediging en beschaming voorgehouden. Maar daartegenover wordt nu gesteld de weg, waaraan eigenlijk de zaligheid verknocht is n.1. zonder zien en tasten te mogen rusten in het Woord en het getuigenisse Gods. En nu is het een dag van belijdenispredikatie; een dag, waarop de gemeente, voor de viering van het Heilig Avondmaal, bijzonder bepaald wordt bij hare belijdenis, en die belijdenisse voor het aangezicht des Heeren wederom vernieuwt. als Laat ons onszelven dan beproeven, of dit ook door genade onze belijdenisse is: »Mijn Heere en mijn God." Moet uwe conscientie u niet bestraffen, o gij, die geen lust hebt in de wegen des Heeren, maar uw hart tot den dienst der zonde neigt! moet uwe conscientie u niet bestraffen, als gij deze belijdenis met den mond aflegt? Wijst uw weg en wandel het niet uit, dat gij in klaren opstand zijt tegen God; dat gij de goede wegen en heilige geboden des Heeren verwerpt; dat gij den rijkdom der genade van Christus veracht en de kracht zijner opstanding niet kent, al noemt gij met den mond zijn Naam? »Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil mijns Vaders, die in de hemelen is." o, Denk toch niet: »Ik geloof wel, wat Thomas niet geloofde." Want zoodoende zoudt gij u boven een discipel des Heeren stellen, terwijl toch uw geloof bloot bestaat in eene toestemming met wooi'den en met het verstand, maar den aard van het waar en zaligmakend geloove mist. Want het zaligmakend geloove openbaart zich in eene verslagenheid des harten over onze zonden in een mishagen aan onszelven in een hongeren en dorsten naar Christus en zijn heil; in een afstand doen van de zonden. Als deze dingen nu niet bij u zijn; als er veel meer bij u is een welbehagen in uzelven, onder afkeuring van uw naaste een vlieden van God en zijn Christus, inplaats van eene begeerte om bij Hem te wonen, een hunkeren naar de zonden, in plaats van een haten derzelven, is dat geen bewijs, dat gij vreemd zijt van het ware geloof? gij

;

;

,

,

;

;

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 668

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's