GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 213

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 213

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

207 oogen bedekt, door vleeschelijke gedachten, voor de heerweer worden lijkheid des Heeren; die door 's Heeren Geest weggenomen door de vraag, doordringend tot in de ziele »Hoe de

:

ver^staat

gij

niet?

Gij

zoo

rijk

beweldadigde,

hoe verstaat

niet?" hen onder dit alles zorgt de Heere, dat zijn werk doorgaat; al klagen zij ook over toenemend ongeloof; over telkens zich uitsprekende twijfelzucht over aardschgezindheid, die zij die niet zwijgen wil; over vleeschelijke overleggingen, zij op in wassen weg dezen in juist En kunnen. stuiten niet genade, die hen eene volheid wordt. Eertijds was het ook wel

gij

m

En

;

_

genade, maar

in het steeds

meer wegzinken van

allen

grond

werd genade in hun zielservades vertrouwens buiten Hem en ring recht vol en genoegzaam. En de Christus, hun Borg Middelaar, in zijne algenoegzaamheid, werd hen steeds meer de Redder in alles, een volkomen Zaligmaker, in wien zij ruste vonden, en den vrede voor hunne zielen. En hoe zal het dan nu voorts gaan ? Het zal zijn en blijven een strijd om in te gaan door de enge poort; nog vele malen maar een staan voor den Heere, in beschamend misverstand; telkens hen trouw, teedere zijne in nalaten niet zal de Heere met de als het noodig is, vermanend in den weg te treden, vraag: sHoe verstaat gij niet?" En zóo is en wordt Hij voor ,

hen steeds meer

in alles de Eedder.

SLOTWOORD. Wij menschen stappen licht over zulk eene kleinigheid heen, waarover de discipelen door den Heere bestraft worden. Het was eene vergissing, een misverstand, iets wat onder men-

als

schen telkens geschiedt en dat wij elkander te vergeven hebben, Zeker, zoo verschoonend zijn we voor onszelven, en wat de Heere als eene beschuldiging inbrengt tegen zijne jongeren,

o,

en waarover Hij hen zoo ernstig bestraft, maken wij eigenlijk tot eene beschuldiging tegen den Heere. Zeker, wij zijn veel lankmoediger dan de Heere, en wij zouden den jongeren even gezegd hebben, dat wij niet over Bestraft iets natuurlijks, maar over iets geestelijks spraken. de Heere hen om zijnentwil, of om hunnentwil? Het is duivan delijk! Hij heeft hun zijne werken getoond en de vrucht hun aanschouwen wordt niet gezien; maar het tegendeel. ^De Heere arbeidt aan hunne harten, en zij spreken in vleeschelijke overleggingen. Is het vreemd onder de menschen ? Het is eer alledaagsch en eene openbaring der aardschgezindo natuur van ieder mensch.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 213

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's