Uit de diepte - pagina 651

;;

645 engelen waren Hem bggezet. Maar, daarvoor behoeft gij niet te vreezen, laaghartigen, die zooeven op de vraag: »Wien zoekt gij ?" in Gethsétnané voor Hem zijt nedergevallen De leeuw uit Juda's stam zal zich laten slachten als een lam Hij zal zich niet verlossen want daartoe is Hij in deze ure !

;

gekomen. Hij laat zich aan het hout nagelen, zonder dat er éene klacht over zijne lippen komt. Men achtte den dood door dat men den veroordeelde gekruisiging zoo vreeselgk mirreden wijn aanbood om hem te bedwelmen. Er staat in Spr. 31 :4 6 geschreven: »Het komt den koningen niet toe, het komt den koningen niet toe, wijn te drinken, o Lemuel en den prinsen, sterken drank te begeeren, opdat hij niet drinke en het gezette vergete, en de rechtzaak van alle verdrukten verandere. Geeft sterken drank, dengene die verloren gaat, en wijn dengenen, die bitterlijk bedroefd van ziele zijn, dat hij drinke en zijne armoede vergete, en zijner moeite niet meer gedenke." Hoe schijnt deze aanbieding van het verdoovend vocht barmhartig! Doch inderdaad blijkt toch hier: de barmhartigheden der goddeloozen zijn wreed. Satan verzoekt den Heere opnieuw, opdat Hij zich genadig zij, en de ontzaglijke lichaams- en zielesmarten Hem niet geschieden doch de Heere wijst hem af. Christus weigert den drank, zoodra Hij hem geproefd heeft. De Heere wil onbeneveld tot den bodem toe den lijdensbeker ledigen; vóór zijn sterven moet Hij nog prediken. De Heere wilde ook niet het minste van zijn lijden verzachten; het volle gewicht van den toorn Gods tegen de zonde van het gansche menschelijk geslacht ,

—

!

moest op Hem drukken. Behoorden wij niet te knielen voor dien gekruisten Heiland, die hier door zijn gewillig lijden het zegel zet op het woord: »

Gelijk

de

Hij

heeft

zijnen

liefgehad, zoo heeft Hij ze lief-

gehad tot het einde"? Het is alleen om den wille van de gehoorzaamheid tot in den dood, dat de kerk mag bidden:

Geef

De

't

ziele

Laat

,

Uw

wild gediert, dat niets in

van

groote

uw God

woèn

't

ontziet,

tortelduif niet over; !

om

een gehaten roover,

kwijnend volk niet eeuwig in

't

verdriet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen