Uit de diepte - pagina 312
3Ö6 ontwikkeling, zoo maakt ook dit geestelijke Licht de banden der zonde los om den geestelijk herschapen mensch te doen rijpen tot het dragen van vruchten, des geloofs en der bekeering waardig, totdat eenmaal alle zonden by hem met wortel en tak zullen zijn uitgeroeid, en hij, met Gods deugdenbeeld verzadigd den Heere eeuwig in gerechtigheid mag aanschouwen.
hare
,
,
Over degenen, die wonen
in het
land van
schaduwe des doods,
zal een licht schijnen. Deze heerlijke profetie is nu reeds door 's Heeren ontferming vervuld en aan het hart van duizenden zondaren bevestigd geworden. Allen, die door Gods vrij machtige genade gezocht en uit den dood in het leven overgebracht werden, zijn daarvan ook onder ons de levende getuigen. Zij allen hadden zich in het land der doodschaduw gevestigd, waar zij toefden als vreemdelingen van het burgerschap Israels en zonder God in de wereld; sedert echter werden ze bekeerd tot den Herder en Opziener hunner zielen en door Hem verbonden met het
de
,
uitverkoren geslacht, het koninklijk priesterdom, dat Hij voor de verkondiging zijner deugden uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht en dat volk, dat ook nog menigmaal in duisternis wandelt, zal een groot ,
licht
zien.
IL
Het groote Licht, dat de duistebnis
verdrijft.
Het volk der Joden, hoezeer ook door volken
der
aarde
zijn
Bondsgod van
gunstig onderscheiden en door hoe menige ster verlicht, bleef toch altyd in een nacht van schaduwen gehuld zoolang de dag van de volheid der tijden niet was aangebroken en de Zon der gerechtigheid niet was opgegaan. Het eenig antwoord, dat de Oudtestamentische wachter op Sious muren geven kon, was altoos: »De morgenalle
,
,
stond
is
wel gekomen, maar het
is
nu nog nacht."
Bovendien kenmerkten zich de laatste eeuwen van Israels volksbestaan door buitengewone duisternis, daar door Jehova iedere nieuwe openbaring werd teruggehouden en geen enkele Godspraak over Judea's velden weerklonk. Toch bleven Jakobs nakomelingen ook in hunne afwijking, ontrouw en duisternis het bondsvolk van Jehova vormen gedragen door de onvernietigbare trouw van zijn Bondsgod, gesteund door het overblijfsel naar de verkiezing der genade, dat ook in zijn donkerste dagen nooit uit zijn midden geheel werd ,
,
uitgeroeid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
![Uit de diepte - pagina 312](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/uit-de-diepte/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's