Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 370
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
;
ONDERNOMEN VELDTOCHT.
I>E
352
dan bevel
bevat
tot
;;
ongehoorzaamheid aan de geldende kerkelijke verorde-
ningen, gegeven door een Kerkeraad in zijne betrekking als zoodanig, zooals
door bezwaarden in hunne vroeger ingediende Contra-Memorie
ook
bl.
onbewimpeld erkend wordt, waar met zoovele woorden gezegd wordt: Kerkvoogdij
geen
is
'>Ge
„De
Bestuurscollege en moet dus voor al wat
geestelijk
„het geestelijk terrein betreft, zooveel mogelijk de aan wijzigingen volgen, die
„de Kerkeraad haar geeft.
Ware nu
Art. 41 uitgebleven, zoo had die regel
„ontbroken, en zou de Kerkvoogdij zelve een geestelijk oordeel hebben moeten
Dit nu juist
„vellen.
den
„aan
wilden de Kerkmeesters
Kerkeraad voor, dat door dezen de
en daarom stelden
niet,
regel zou bepaald
zij
worden;"
Overwegende, dat de bewering der bezwaarden, dat het recht der gemeente als
rechtspersoon sedert 1810 geene verandering kon ondergaan,
burgerlijk
eenvoudig
met de werkelijkheid, daar de betrekking der gemeente
in strijd is
Amsterdam
tot het
in het jaar
1816
algemeen Kerkgenootschap
tot stand
werd gebracht en
in
den tegenwoordigen vorm
1852 bevestigd
in het jaar
Hervormde gemeente
dat die betrekking ook de Nederduitsche
te
dam aan de Reglementen van de Nederlandsche Hervormde Kerk de
dat
dispensatie
wierp,
en
betrof,
maar geenszins dat
Overwegende,
met het
het verband
geheel, dat toen reeds bestond
de last tot ongehoorzaamheid aan de kerkelijke verorzijne
Commissie gegeven, een eigenaardig
verkrijgt door de nieuwe bepaling van Art.
Reglement
en
44 van
Instructie waarbij aan de leden der bedoelde
vrijbrief uitgereikt
onder-
van het jaar 1820 het beheer der goederen
deningen, door den Kerkeraad aan
karakter
is
Amster-
wordt voor
het
Algemeen
Commissie een
door hen gedurende den staat van verzet
alle
gedane uitgaven aan wien ook en met welk doel ook die
Overwegende, dat een kerkeraad, die zoodanig bevel
aan de bestaande verordeningen aan
zijn
tot
zijn
geschied
ongehoorzaamheid
lasthebber verstrekt, de toepassing
van tuchtmiddelen onvermijdelijk maakt, aangezien de tucht volgens Art. van
Reglement voor
het
kerkelijk
opzicht en tucht enz.
handhaving der kerkelijke reglementen en verordeningen Overwegende, dat de Algeraeene Synode tember
1886
tot staving
bij
„bestemd
is
1
tot
;"'
hare Uitspraak d.d. 24 Sep-
van de strekking der aangenomen Wijzigingen en
Bijvoegingen, volkomen juist heeft aangehaald wat in de brochure van den heer Dr. A.
antwoord
ook (van
in
op
Kuyper de
getiteld:
vraag,
„Het
herzien
in
gekomen"
bl.
36 voorkomt
als
of dan toch geen revolutie gedreven wordt, waar
de Memorie van rechten
1816,
conflict
1852),
zooals de bezwaarden voorgeven
bl.
27 beweerd wordt: „Die organisatie"
„waar
—
„te
zij
strijdig is
met Gods Woord"
hervormen en weder op
te
—
bouwen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's