GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 321

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 321

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

315 Volgens

ons

teksthoofdstuk worden we geroepen aan een sterfbed voegen ons ernstige gedachten. Wie, die ooit werd geroepen aan het sterfbed eens veelgeliefden vaders, gevoelde niet, dat het een hoogheilige ure was. Het is zoo onbeschrijfiijk aandoenlijk, als ge een stervende met gebroken stemme hoort stamelen. Als met eiken polsslag de dood kenbaar nadert; als hij als de gevreesde koning der verschrikking naderbijkomt, u om wat u zoo dierbaar is, te ontrukken. Of kent gij de sterfbedden niet, mijne hoorders! waar de weemoed u het harte overstelpte ? Die heilige stonden, dat ge ieder oogenblik den gevreesden slag verwachtet? Nog een snik! Nog een veranderde uitdrukking op het gelaat; en ge ontwaart, dat de dood ook uwe woning binnenkwam. Hoe aangrijpend het sterven ook wezen moge, toch is het bemoedigend, zoo ge niet zonder hope uwe geliefden moogt nastaren. Als daar dat donkere graf wordt geopend; als ge het geliefde stof ziet toevertrouwd aan den killen schoot der aarde, dan is het zoo nameloos zalig, zoo gij gelooven moofft: ze zijn vooruitgereisd; ze aanschouwen reeds den Eeniggeliefde, dien hier hunne ziele zoo teederlijk minde. Het is dan ook zoo bemoedigend, als ge eens moogt toeven aan een sterfbed, waar Gods kind getuigen mag van de hope des eeuwigen levens. Dan is de dood een vriendelijke bode, die den afgetobden lijder thuishaalt. Dan is hij een engel Gods. Zinrijk is het beeld der ouden, die den dood afbeefdden als een jongeling, die in bloeiende schoonheid een eeuwige jeugd tegenging. Zoo wilde vader Jakob zijne zonen rondom zich verzamelen. Hij voelde zijn einde naderen. De ure des scheidens was gesterfbed.

Aan een

komen; nog eenmaal wenschte hij zijne zonen te zien. Hoe dikwerf had hij ze vermaand! Hoe gedurig hun den weg des levens gewezen En al hadden menigmaal de zonen hun ouden vader bedroefd, 's vaders liefde was groot. Gaarne vergaf hij, wat zij hem hadden misdreven. Waren de dagen zijns levens weinig en kwaad geweest, aan den avond werd het licht. !

Had leeft

hij

voor zeventien jaren uitgeroepen: >Mijn zoon Jozef zal gaan en hem zien, eer ik sterf;" al dien tijd bij zijn beminden zoon vertoefd; thans komt de

nog; ik

had hij Heere hem verlossen. Maar eerst nog moet

hij getuigen, getuigen van wat hij stervende aanschouwt. Er zijn sterfbedden van Gods kinderen, die Pniƫls mogen heeten; sterfbedden, waar het een poorte des hemels is; waar de heerlijkheid in de verre toekomst door den stervende wordt

aanschouwd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 321

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's