Uit de diepte - pagina 261
;;
255
—
nu de wan geschud wordt, die allen, die gewogen, maar te licht bevonden werden. Ook van hen zeggen wij: »Zg zijn uit ons uitgegaan, want zij waren uit ons niet." Maar zien wij toe, een iegelijk voor opdat ook wy misschien niet eenigzins verwerpemogen bevonden worden. Voorwaar, het betaamt ons
onszelven, lijk
allerminst hooggevoelende te zijn; want het zijn alleen de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn, en dat Hij ons nog een overblijfsel gelaten heeft. Meer dan de vrucht der lippen, die zijn naam belyden, verwacht Hij van ons het moet uit onzen wandel blijken, dat het ons ernst is dien ouden zuurdeesem dagelijks meer uit te zuiveren, en dat zooveel genade niet tevergeefs aan ons geschied is. Allerminst mag daar een wortel van bitterheid in ons opschieten jegens hen, die ons vervolgen om des Heeren wil; want dan roept de apostel ons toe: » Aanmerkt dezen, die zoodanig tegenspreken van zondaren tegen zich verdragen heeft," »die als Hij gescholden werd, niet wederschold als Hij leed, niet dreigde maar gaf het over aan dien, die rechtvaardig ;
—
—
;
;
oordeelt."
Verleene de Heere ons genade om zelfs te zegenen, die ons en zulks temeer, omdat er onder hen ongetwijfeld nog kinderen Gods gevonden worden, maar die in de strikken des satans gevallen zijn, biddende dat hun bekeering des harten gegeven worde. Ook het hart dier mannen, die nu Gods volk benauwen, en zijne Kerk verwoesten, en als een Saulus dreiging en moord blazen tegen de discipelen des Heeren, het is in zijne hand; en niet slechts, dat Hij ze gebruikt tot wat Hij wil, maar Hij kan ze ook neigen tot zijn wil, en hen bekeeren van deze hunne goddelooze handelingen. Hij kan hen, die zich nu nog plaatsen op den zetel, die alleen toekomt aan zijn gezalfden Koning, straks doen bukken en aanbidden in het stof voor de voetbank zijner voeten. Bereiden wij hen alzoo door onze gebeden een Damaskus, waar zij temidden van hun woeden tegen de Gemeente des Heeren deze stemme Gods in hunne gewetens mogen vernemen »Ik ben Jezus, dien gij vervolgt!" Dan zal ook hunne smeeking weldra opgaan naar boven met allen, die in gehoorzaamheid aan zijn Woord begeeren te leven: » Heere wat wilt Gij, dat ik doen zal?" Amen. vloeken,
:
Herdenk de trouw, aan ons voorheen betoond Denk aan uw volk, door U van ouds verkregen Denk aan uw erf, het voorwerp van uw zegen; Aan Zions berg, daar G' eertijds hebt gewoond.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's