Het werk van den Heiligen Geest - pagina 271
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
HAAR KARAKTER.
We komen Heiligen
dus voor het
hier
Geest,
feit te
233
staan, dat de openbaring
aan de heilige apostelen ten deel
die
viel,
van den
van zulk een
natuur en van zulk een geaardheid was, dat anderen ze niet konden waarEen veelbeteekenend feit, waar terstond uit volgt, dat het der-
nemen.
onmogelijk
halve
om op
is,
notarieele wijze de echtheid
van hetgeen
zij
ons voor openbaring uitgeven, te bewijzen.
Wie dus op
notarieel bewijs staat, wete wel, dat heel de kerk thans in
de volstrekte onmogelijkheid verkeert,
om
de bewijsstukken voor de Evan-
gelische geschiedverhalen op te sporen, en dat voor den geestelijken inhoud
van hetgeen de brieven ons mededeelen, nu noch immer bewijs leverbaar was of is.
Zoo
van de
waarheid
op
van
door uitwendige, wetenschap-
hetgeen
boven eiken
kan uitloopen,
niets anders
Nieuwe Testament ons
het
twijfel
te verlieffen, zichzelve ver-
dan op algeheele verwerping
autoriteit der Heilige Schrift.
Want
dit
mag
dagen
onze
en moet dan toch uitgesproken: Bijaldien eenig rechter
voor
waarmee velen
dan zou
het vaststellen van schuld of onschuld van een be-
had genomen
genoegen
klaagde als
de
om
elke poging
te bevestigen en
en
oordeelt
dat
dus,
bewijzen
pelijke
voorlegt,
in
men
ziet
met zoo nietszeggende schijnbewijzen,
goeder trouw zich
te
de Schrift
bij
lieten afschepen,
van verontwaardiging door heel het land opgaan. Heel die reeks schijnbewijzen, dat de schrijvers van het Nieuwe Testaer toch een kreet
ment zoo geloofioaardige personen waren
dat ze de dingen hebben kunnen
;
weten; en hebben irillen mededeelen; en geen belang
hadden;
berichten
toegevoegd
Op
;
en
wat
bij
vervalschiug der
men meer daaraan
oppervlakkigheden
heeft
bewijst metterdaad niets.
zulke uitwendigheden kan
men dan nog
waar het o-eldt zeer gewone verhalen van gewone en onbestreden gebeurtenissen, en waar men het
verder
niet
wenscht
brengen dan
te
afgaan,
tot een
schijnlijkheid. Bij dingen,
waarvan men zegt: »Nu,
dat
is,
het
felen,
alzoo
maar ook
Maar
al
ja, ik
moet wel aannemen,
en ik heb ook geen reden
bleek het morgen anders te
hoe, zoo bidden wij u, wil
hier toepassen,
gansch
geschied
hooge mate van waar-
men
bij
het te betwij-
dan verloor ik nog niets!"
die oppervlakkige schijnmethode
waar het de Heilige Schrift
ongewone gebeurtenissen,
zijn,
om
geldt, en
dus verhalen omtrent
wier stellige zekerheid ik voor mijn
eigen persoon en voor mijn kinderen zulk een alleruiterst belang heb, dat,
bleek
ze
opstanding
morgen o/nvaar des
Heeren,
mijnen een onnoembare, nooit
Dit kan
niet.
Dit
is
onwaar
te zijn,
er
alsdan te
voor
b.
v.
het bericht aangaande de
het eeuwig heil van mij en de
vergoeden schat teloor zou gaan
volstrekt ondenkbaar
En
?
de uitkomst heeft dan ook
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's