GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 22

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

00

ken midden

onze burgerniaatschappij te tooveren. De Kunst eigen wieken. Van het kerkelijk koord is ze En toen heeft ze zich bij het ontplooien harer wieken verlost. op het volle leven geworpen. Vaak, ik stem dit toe, om in haar realisme te zeer het ideaal te vergeten. Maar toch met zweeft

bij

in

hem op

een verdieping van haar zin in natuur en leven, die aan geheel de latere ontwikkeling der kunst ten goede kwam. Een tweede trek in het Calvinistisch karakter, uit den eerste

waardeering van het lichaam na en om de ziel. Reeds uit de eerste catechismusvraag van onzen Heidelberger weet ge, hoe er „eenige troost" niet alleen voor het sterven, maar ook voor het leven, in gezocht wordt, dat we niet alleen naar de ziel, maar ook naar het lichaam Dit was de antithese tegen de DooperChristus eigen zijn. De godzaligheid moet een gewin zijn met sclie „mijdinge." vergenoeging; met een belofte niet alleen voor het toekomende, maar ook voor het tegenw^oordige leven. Streeft Romes ideaal er naar om geheel het leven onder de schaduw der kerk te brengen, en snijdt de Dooper het leven af, om niets dan een Godsrijk in eigen kring over te houden, de Calvinist begeerde voor zijn kerk het zuiverst geestelijk ideaal, maar vroeg naast en om die kerk een vrij en eerbaar burgerleven, dat zijn menschelijke natuur toesprak. Ziel en lichaam beide. Niet uit de wereld uitgaan, maar in die wereld zijn God dienen, en genieten van de gave, die Hij schonk. Den Dooper en den Calvinist moogt ge dus niet verwarren, en vooral niet op rekening van het Calvinisme stellen, wat in den zin van Doopersche wereldverachting ook nu nog in sommige, vooral methodistische kringen nawerkt. Het klooster is nooit door ons gemind, maar ook niet de eschatologische onderschattingvan het aardsche leven. Veel religie en slordig op 't lijf, op kleeding of op huisraad, ging veeleer tegen den diep harmonischen zin van het Calvinisme in. Het schoon der zindelijkheid, waarin onze landaard uitblonk, w^as vrucht van deze zelfde realistische stemming. Veel van het kunstschoon onzer kleederdrachten en fabrikaten had gelijken oorsprong. En wel verre van het oog voor het schoon in deze wereld te sluiten, heeft onze opmerkingsgave voor het w^erkelijk leven het Nederlandsch kunstoog met verhoogde energie op die weelde van licht en tint gericht, die God zoo wonderbaar juist over onze Nederlandsche kuststreken met eiken herfst uitgiet. Streng spiritualistisch in de kerk, maar even volop realistisch buiten voortvloeiende,

is

zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's

Het Calvinisme en de Kunst - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888

Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's