Het Calvinisme en de Kunst - pagina 33
53
zweefde wereld, drong nu door Cats' dichterlijk besef de gloed der alles prikkelende, aandrijvende, bezielende, versmeltende Liefde. EfMi ni(Miw verscliiet IxxkI 'k
Zag
/icli
door een gloed
alles
mijn
uit/iclvjt
aan,
en verwarmen;
l^ezieleu
't mensclidoni was m'één tronk, wiens uitgeslagene armen ranken weerziids zich omkronkelden, elkaar
Heel
Eu
Tot steun verstrekten en tot schutsel aar en aar In plant en diergestel van loutren zegen vlieten En alles door elkaar en in elkafir genieten. 'k Zag Liefde, als 't heiligst vuur, door alles uitgebreid, :
't
'k
met de ondenkbre zaligheid Zag heur vlam door heel de schepi)iü^- Idikkeren,
Heelal vervullen
Die ze
Zag
uitstort, z'
'k
in mijn eigen borst gelijk een vonkje flikkeren.
Dat, aangeblazen door des levens ademtocht,
Heromwoelde 'k A'oelde
in
het hart, en
vonkjen
't
als
naar voedsel zocht.
^o^)
"Wierp nu Lilderdijk om deze geestelijke affiliatie aan Cats de eere van zijn eigen dichtergenie om voor Cats wierook te branden, het rijker blazoen van zijn eigen dichtadel weg? Geenszins, Mijne Hoorders! Eén met Cats in den poëtischen grondtoon, was hij zich niettemin volkomen van zijn hoogeren rang, die verre boven Cats uitging, bewust. Uit haar asch ja, ,
verrees in zijn lied de Phenix dier eens weggestorven poëzie,
maar met
luisterrijker gevederte en melodieuzer slag. Wat Cats in eenvoud van tonen zong, was het hem een wellust, zoo hij 't
In grootscher
stijl
en trant mocht volgen èn verse
Wanneer, door u geleerd Mijn kunst
uw
toets
in 'tschildren
versterkte,
en,
van de
hoon en.
ziel,
moedige Virgiel,
In u haar Ennius, haar meester mocht erkennen,
Oju I^
w
met een hooger vlucht
u uit
't
oog
te
rennen,
teekning leven gaf door rijker coloriel!
En meesleepte in mijn stroom, waar frij gematigd vliet! Hoe streelde 't mij, o Cats, wanneer ik uw tafreelen Heur waarheid, en uw kunst heur juistheid mocht ontstelen, Maar door een n e u w e z w i e r en o n e t o o m den gloed i
Doen gelden
in
<j^
een eeuw, die Dichtkunst hulde
doet!^^'-').
Glimt er nu niets dan laf verguldsel in deze loftuiting ? Spreekt er louter overdrijving van den altoos overdrevens in zijn toeroep aan Cats, als hij zingt Aan u behoort mijn
eerste en grootste dichtlaurier'?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's