Het Calvinisme en de Kunst - pagina 27
27 Miaclit van de natuur, van lot en omg-eving, van verleden en toekomst, van besef en stemming en indruk, onze persoonlijke vrijheid in banden slaat? Eerst in die vrijmakende uitwerking toont de kunst het echte kunnen en handhaaft ze de eere van haar naam. Door die erhte kunst- en vrijheidsdrift gedreven, schiep Neerlands volk zijn eigen onherbergzame erve om in een kunsttafereel, waarvoor de polderdijk de lijn aan-
Aan
die door vrijheidszin
verwarmde kunstdrift wist het kleederdracht en fabrikaat een kunstwereld voor den landzaat te scheppen, die nóg op den buitenlander den indruk althans van het interessante maakt. En dank zij diegaf.
in huisraad,
ook in het kunstvermogen blies, het vreemdeling en landzaat met die schoone sche])van penseel en etsnaald, die nóg in de kunstgalerijen
zelfde aandrift, die vrijheidszin
verraste
ping
van Europa en Amerika den roem vertelt van ons voargeslacht. ^^) Saamvattend wat we vonden, kom ik dus tot deze slotsom. Het Calvinisme, voorzoo verre het ook buiten den kring der Calvinisten in enger zin, zijn stempel op ons volksleven drukte, bezit daarin zijn onvergankelijke verdienste, dat het de Kunst aan zichzelf hergaf; voor de kunst een dusver ongekende wereld in het gewone burgerleven ontsloot; voor de schoonheid in
het schijnbaar nietige het oog van den kunstenaar opende en door het kweeken van vrijheidszin de kunstdrift geprikkeld heeft. Voorts dat het uit de breede rei der kunsten, de architectuur en plastiek eer tegenhield dan ontluiken deed. En eindelijk dat het, overmits bij de disharmonie van ethisch ;
en aesthetisch leven het verlies van zedelijke veerkracht het smadelijkst zou zijn, van de tooneelkunst, niet gelijk die moest zijn,
maar
gelijk die bleek alleen te
beslist aftrok.
kunnen
wezen,
zijn
gunste
^^)
Een resultaat, waarbij natuurlijk geenszins betwist wordt, ook geheel andere invloeden van nationale aanleg, van
dat
landaard, volkshistorie en kunstffenie aan de eere onzer onoeevenaarde kunstontwikkeling in de zeventiende eeuw deel hadden, maar dan toch geprostcsteerd wordt tegeii den laster,
dien
men
alsof
het
onhistorische kringen aan ons Calvinisme nagaf, obscurantisme de kunst slechts verachten leerde, en in de verrukkelijke kunstwereld, die terstond na zijn triomf hier het oog bekoren kwam, niet ook zijn lichtspoor achterliet.
in
in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's