Het werk van den Heiligen Geest - pagina 146

ONS ALLER EEN.

108

en

misschien

reeds bij

het wel altoos een verborgenheid blijven, of de vracht

zal

de ontvangenis een nienschelijk wezen

na

terstond

het waarnemen van leven de menschelijke persoon

Nog weet niemand,

ingeschapen.

in

of dat eerst

is,

de vrucht wordt

en misschien zal het wel altoos een ver-

borgenheid blijven, welke band het leven van moeder en kind saambindt, en indien er zulk een band

Men kan

gemaakt. er

denkbeelden over uitspinnen

van

plaatsen

werkt

en

er zijn

Mogendheid

als

;

maar u

werk voltooid en gereed

zijn

los-

toelaten in deze verborgen werk-

Alvermogen doet God Almachtig

scheppend

zijn

waardoor en wanneer die band wordt

is,

hierover gissingen maken, er theorieën over opzetten,

is,

toont Hij het

u,

niet.

opdat

aanbidden zoudt, maar zich bespieden laten in

in

Hij gij

zijn

verborgen werkplaatsen, dat wil Hij niet.

Al wat derhalve, met de

Schrift in de hand,

kan en mag uitgesproken, komt

neer op deze vier bijzonderheden.

Ten

dat in de ontvangenis van den Christus

eerste,

evenals in de

niet,

ontvangenis van u of mij, een wezen, dat nog niet bestond, tot aanzijn

geroepen

maar dat een reeds van eeuwigheid af bestaand Wezen

;

meenschap

Dit toont en openbaart de Heilige Schrift de Christus

is

eeuwigheid.

der

in ge-

getreden met onze menschelijke natuur.

is

legging der wereld

dagen

is

Hij

heeft

duidelijk.

Van

vóór de grond-

Zijn uitgangen zijn vanouds,

er.

de

van de

gestalte eens dienstknechts aange-

nomen.

Ook 's

gelukte het derhalve aan de verloskundigen,

al

om

het geheim van

nienschen geboorte te ontdekken, daarmee zou voor de ontvangenis van

den Middelaar nog

niets

gewonnen

zijn.

In de ontvangenis van den Middelaar toch o/^^5to<2^ memam;?, maar verschijnt iemand, die reeds bestond, in het vleesch.

Ten geen

tweede

hangt

menschelijke

vangen. persoon.

Vader

Waar Maar

maar een nieuwe dit

vleesch en bloed aanneemt, zijns

de

toont

lijk, in één persoon.

Ten derde volgt

vrucht

in

natuur

is

ont-

Persoons op, zoodat

is

dan neemt

hij

hijzelf waarlijk

bij

den

onze natuur

mensch wordt,

persoo7i ontstaat er niet.

Heilige

nooit meer dan één Ik stelt en

nieuw vleesch

slechts een menschelijke

de persoon des Zoons, die van eeuwig reeds

als

wel in de eenheid

Ook

dat in des Middelaars ontvangenis

saam,

maar

een nieuw wezen ontstaat, daar ontstaat een menschelijke

ons

was,

hiermee

j^'^'^'soon,

Zone Gods

Schrift duidelijk, waar ze in den Christus

hem is

steeds laat optreden als een, die tege-

en Zoon des menschen.

hieruit, dat niet in

Maria door nieuwe schepping een

ingeschapen, gelijk de Mennonieten leerden, maar dat de

Maria's schoot, waaruit Jezus

is

geboren, metterdaad genomen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen