Het werk van den Heiligen Geest - pagina 213

DE PINKSTERTEEKENEN. Zoo

dan slechts ééne wijze van verklaring over,

blijft

kenen op den Pinksterdag

van

175

hetgeen

nemen;

als reèel te

t.

om

w.

de tee-

bestanddeelen

als ?6'e.ïc?^Z^7i-e

plaatsgreep; als onmisbare schakels in de keten der gebenr-

tetiissen.

Wanneer een

schip de haven binnenglijdt, xien wij het opschuimen van

het witte sop voor den boeg en hooren wij het kletteren van de wateren,

boeg

de

die

mand:

doorsnijdt.

schuimen

dit

en

nu zien en hooren, vraagt

dit

om

ook soms

kletteren

de aandacht te boeien?" maar

van

het binnenloopen van het schip;

gevolg

is

hoort

en er zoo onafscheidelijk aan verbojiden

:

teren niet

nie-

ieder terstond, dat dit schuimen en kletteren eenvoudig een

een

begrijpt

we

als

schuimen en kletteren nu symbolisch?" noch ook: »Strekt

dit

»Is

Maar

Imu

klieven,

bij is,

dat binnenloopen

hij-

dat het schip die wa-

xonder dat teeken én voor het oog én voor het oor

te geven.

Als

paard in vliegenden galop de stadspoort binnenrent, hoort

een

het getrappel van den hoefslag en xiet

Maar ook

borst.

del

om

de aandacht

te trekken,

gij

de stofwolk opstuiven voor

zoomin aan symboliek

zijn

aan een mid-

als

en weet en tast ieder, dat die hoefslag en

een noodwendig gevolg zijn van het binnenrennen van het

opstuiven

dat

daarbij denkt ge

gij

paard.

Of om ook selend

prachtgewaad

van

het zijden kleed

ritselen

schijn langs de zijden

aan

blik

en

dit

zijde

En

banen

de

:

Als een vorstin met haar

statiekamer

binnentreedt,

uw oor en boeit het golven van uw oog. Maar zonder ook slechts

symboliek of methodisme

te

denken, weet ge dan

:

den weeréén oogen-

Dit ritselen

zulk

In

zelf

een

vorstelijk

ritselen

gewaad hem men de statiekamer

gezien.

ook bedoelen we, dat

nu

zoo

ook symbolen?" noch ook:

bij

de uitstorting van den Heiligen

eenvoudig

dient

»Zijn het

beleden:

:

»Zijn het

ook methodistische teekenen?" maar

»De teekenen,

die de uitstorting

van den

Heiligen Geest verzelden, zijn door die uitstorting zelve veroorzaakt.

hoorden er

bij.

plaatsgrijpen,

waterstroom reeds

niet

moet vernomen worden, en dat glanzen moet

Geest met opzicht tot die teekenen niet moet gevraagd worden

dat

rit-

dan boeit dat

glanzen van het zijden prachtgewaad ontstaan door den aard der

binnenkomen, of dat

worden

nemen

dit teederder beeld te

zijden

zijn

Ze waren

zonder niet

dat

er onafscheidelijk van.

vanzelf deze

De

uitstorting

teekenen ontstonden.

kou

Ze niet

Gelijk een

van de bergen kan nedervloeien, of ge hoort van verre

druischen en ziet van verre reeds het opspatten van het witte

schuim, zoo ook Iwn de Heilige Geest niet van de bergen van Gods heiligheid nedervloeien, of er moest een ontzaglijk gedruisch gehoord

worden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen