Het Calvinisme en de Kunst - pagina 39
39
Het verschil tusschen die gaarne heeft. democratie is ook op aesthetisch gebied niet weg te cijferen. Beider zin en neiging gaan uiteen en ook beider smaak vraagt dies om andere bevrediging. Er zijn nu eenmaal vlakten en er zijn bergtoppen ook onder het geslacht van de kinderen der menschen. Beide worden elk op eigen wijze uit de ééne wolk gedrenkt. En veerkrachtig zal onze Calvinistische ontwikkeling op dit terrein dan eerst worden, als onze staatslieden en rechtsgeleerden, onze leeraars en artsen, van
ons
geslacht
aristocratie
en
onze mannen en vrouwen van liooger geestesadel uit l^ilderdijk de KzS^jpö-*; van het schoon weer vrijmakend op hun besef laten werken, en tegelijk onze winkeliers en onze bazen, onze nijvere burgers met onze trouwe boeren, als jong en oud heel ons menschelijk leven weer doopen durft in den zachten glans, ik zeg niet van Cats, maar eener Catsiaansche poëzie.
kortom
al
En
zoo ben ik dan aan mijn slotsom toe, iSI. H. Calvinisme en de Kunst volfiguren, die, sprakeloos en onverschillige elkaar strekt geen Gelijk ons bleek zijn het
zonder groet, heur wegen kruisen op de markt des levens. Integendeel, omdat het Calvinisme een heel het leven beheerschende richting is, moest het wel zijn verhouding ook En dat heeft het getot de wereld van het schoone bepalen. daan door de kerk van de overladenheid der kunst, en de kunst van het overwicht der kerk te bevrijden, en voorts aan de kunst den eisch te stellen, dat ze, als gave Gods aan ons menschelijk geslacht, ons den rijkdom van de poëzie in ons menschelijk leven ontdekken, het ons verschoonen, het bezielen, en ons erin Krachtens zijn strenge vrijmaken zou, tot glorie onzes Gods opvatting van Gods Souvereiniteit heeft het naast en onder de hoogheid Gods steeds den mensch, naarwiende kiezende genade uitging, in zijn })olangwekkendheid den kunstenaar a;inbevolen. Naar zijn democratischen aard kon het noch bouwkunst, noch beeldhouwkunst begunstigen, en moest het de kunstkraclit wel concentreeren op schilderkunst, dichtkunst en muziek. Ook voor het schoone niet anders dan in den naam van Hem, die de Heilige is, ijverend, heeft liet steeds ontheiliging van het schoone gezien in wat slechts jacht op zingenot en prikkeling van den hartstocht bedoelde, en, in naam der echl«e kunst, in elke kunst de zelfverlaging bestraft, die ons ontmannen inKrachtens zijn eigen beginsel kon het plaats van veredelen zou.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 88 Pagina's