Het werk van den Heiligen Geest - pagina 273

HAAR KARAKTER. Gods, die zich die

den

invloed

werd

van,

En

ontfermingen naar ons nederbogen.

in teedere

met deze levensuitingen Gods

nu,

235

in

opgenomen, leefde er

er zelf in

een ieder

aanraking kwam, onderging er in

meê, gevoelde

er sympathie en aansluiting voor, en ongemerkt, zonder zelf te weten hoe,

men

geraakte

de volstrekte, ontwijfelbare, veel hooger dan wiskunstige

in

zekerheid, dat dit alles metterdaad alzoo

was geschied en alzoo van Gods-

wege geopenbaard was.

Zoo ontstond het

geloof.

Een

geloof, dat niet steunde

bewijzen, daar het dan geen geloof zou geweest

op wiskunstige

maar dat langs geheel

zijn,

anderen weg in den lezer van deze Heilige Schrift ontstaan was.

Dat

die

Schrift

kwam was

er

Gods ondoorgrondelijke

een daad van

barmhartigheden, en daarom, dat de mensch die Schrift aannam moest ook een daad

zijn

van volstrekte zelfverloochening en dankbaarheid.

Alleen wie tot innerlijke verbrijzeling gekomen

God

element

het

in

voor

bezield

is

zijn

en tot dank voor

is

uitnemende genade, kan zich

zijns levens

werpen, en gevoelen: »Dat

achtige zekerheid. Hier houdt alle twijfel op

zijn

in die Schrift als is

nu

eerst

waar-

!"

Scherpelijk dient derhalve drieërlei werking van den Heiligen Geest

bij

het geloof aan de Heilige Schrift des Nieuwen Testaments onderscheiden.

Er

werking van den Heiligen Geest geweest, die den

een

namelijk

is

apostelen hun openbaring schonk.

Er

is

ten tweede een werking van

Heiligen Geest geweest, die wij ingeving noemen.

werking

van

het geloof

Er

Heiligen

die Schrift

bij

Geest,

die

nu nóg

En

er

is

ten derde een

plaatsgrijpt, en

Toen

b.

heerlijke

de

v.

apostel

heilige

Paulus aan de kerk van Corinthe

mededeeling zond, die we thans

der

dooden

bezitten,

was het

in

aannemen,

dat

hij

reeds

meermalen van tevoren deze

legenheid voor zichzelven alzoo ingezien en

ook

in particuliere brieven

openbaring niet pas, toen

Ze behoorde u

in

bij

We

zelf

mogen

heilige aange-

mondelinge predikatiën of

aan anderen uiteengezet had. Hij ontving dus deze hij

tot die dingen,

zijn

hoofdstuk 15 over de opstan-

niet de eerste maal, dat Paulus

onder het neerschrijven deze kostelijke gedachte ontwikkelde. wel

waardoor

den eerst onwillige gewekt wordt.

eerst geweest de eigenlijke openbaring.

is

ding

i?i

den

den

aan Corinthes kerk schreef, maar reeds vroeger.

waarvan Jezus gezegd had

:

»De Heilige Geest

zal

de waarheid leiden en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen."

Reeds lang vóór de brief naar Corinthe werd geschreven en geheel gescheiden

van

brief

af-

had dus de openbaring plaats gehad, en wel

zulk een wijze, dat Paulus vast en zeker wist

Zóó en

plaats

gehad

zóó

het mij door den Heiligen Geest geopenbaard, en alzoo zal het eens

in

is

den

op

dien

dag; des oordeels

uitkomen.

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen