Locus de Consummatione Saeculi - pagina 473

141

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

dan

heeft

breiden,

de

mensch de macht

wordt God

pro

slechts

die souvereiniteit in te krimpen en uit te memorie uitgetrokken en zijn rijksgebied

geannihileerd.

In het hegrip souvereiniteit

Van

souvereiniteit

ligt

dus

eo ipso het absolute.

van menschen sprekende, heeft

spreken van opgedragen

men

steeds nagelaten te

de souvereiniteit van het huis van Oranje, alsof er iets goddelijks aan kleefde, terwijl toch de vorsten evengoed souvereiniteit, b. v.

zondaren voor God zijn als degenen, over wie zij de souvereiniteit uitoefenen. Het huis van Oranje draagt alleen overgedragen Souvereiniteit Gods. Dit is natuurlijk nooit souvereiniteit in den vollen en eigenlijken zin van 't woord. Daarom ook leggen wij er den nadruk op, dat het begrip van souvereiniteit eo ipso de qualiteit van 't absolute eischt en anders geen souvereiniteit is. Dientengevolge kan souvereiniteit nooit aanwezig zijn in iemand, die zijn oorsprong aan anderen dankt, omdat hij dan van zijn oorsprong afhankelijk is en evenzoo kan souvereiniteit nooit over iets gaan, tenzij degeen, die souvereiniteit er over bezitten zal in den meest absoluten zin de oorzaak, bron en oorsprong is van de existentie van datgene, waarover de souvereiniteit gaat. 't Begrip van souvereiniteit is dan eo ipso verbonden aan en onafscheidelvjk van 't begrip van Schepping. Het is alleen door iets te scheppen, dat men er souvereiniteit over bezit en omgekeerd kan iets alleen onderworpen zijn aan de souvereiniteit van Hem, die het geschapen heeft. Ook dit zullen we kortelijk toelichten. Wanneer men souvereiniteit zal bezitten, dan kan men die uil den aard der zaak aan niemand ontkenen. Want zoodra iemand de souvereiniteit over een object A ontleenen zou aan een macht N. N., dan zou die macht N. N. boven hem staan, de supremus zijn en in die N. N. de souvereiniteit zijn gelegen. Wanneer dus God de Heere Zijne Souvereiniteit over het schepsel ontleende aan iets buiten Zich, dan zou die zekere X, aan wien buiten God dat recht toekomt, supremus boven God zijn en de souvereiniteit dus in deze macht X liggen. In het Gnosticisme ging men dan ook metterdaad dien weg op. Boven den &Bbg %dtriQ stelde het een hoogere macht, die culmineert en spiraal toeloopt, totdat de ^v^óq souverein is en de fó? Ttdxr\Q een afhankelijk karakter verkrijgt.

Zoo

volgt eo ipso uit

't

begrip van souvereiniteit

kan, ivaar absolute productie

is

zelf,

dat het alleen daar gelden

geweest.

Met opzet gebruiken we de woorden „absolute productie", omdat men op voorgang van de Schrift veelal gewoon is de souvereine macht van God over Zijn schepsel te vergelijken met de macht, die een mensch over zijn eigen product uitoefent.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen