GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor een distel een mirt - pagina 194

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor een distel een mirt - pagina 194

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONZE BAND AAN DE GELOOVIGEN.

174

ontvangen

en geboren en daarom allerhande der verdoemenis onderworpen, nochen daarom als lidmaten tans in Christus geheiligd zijn

zonde

,

ellendigheid, ja,

,

van zijn gemeente behoorden gedoopt te wezen." Omdat nu die bepaalde kerk waartoe uw ouders behoorden, in hun oog de beste en zuiverste openbaring van het lichaam des Heeren was, hebben ze u dus in die kerk ten Doop aangeboden , en die kerk heeft u door haar Doop in haar gemeenschap ingelijfd. Reeds van het oogenblik van uwen Doop af, hebt ge dus tot die bepaalde kerk behoord', en waart ge als een nog onvolgroeid lid in de gemeenschap dier kerk opgenomen. Dit onvolgroeide van enkele deelen des lichaams vindt ge bij al wat leeft. Denk u b. v. een prachtigen vogel die straks met de schitterendste tinten op de veeren zal maar die pas uit den dop gekomen voorspronken hands nog niet anders dan kleurloos dons en stoppels vertoont. Worden nu die prachtige veeren later van aan het lichaam van dien als nieuwe leden buiten vogel aangehecht? Geenszins, niet waar? Er komt niets bij. Al die prachtige veeren schuilden bij dien vogel toch reeds in dien vogel. En al wat gebeuren moet is dat ze uitkomen. Zoo is het bij den mensch en bij het dier. En zoo is het zelfs bij een plant met blad en bloesem en zoo nu ook is het met het lichaam der kerk. Ook in dat lichaam schuilt eerst wat straks door openbare belijdenis er aan uitkomt. Zoo is dus een gedoopt kind lid van het lichaam der kerk maar een nog schuilend een nog onvolgroeid, een nog onvolwassen lid en die toeft zoo tot op het oogentlilf dat deze gedoopte, nu tot zijn jaren gekomen, zijn Heere openlijk wil belijden. Dan toch gaat hij uit zijn onmondigheid in zijn mondigheid over; treedt nu zelf op gaat nu onder de hoede van zijn ouders uit om en aanvaardt daarmee zelfstandig als lid uit te komen alsnu met bewustheid den band, die hem aan de andere leden en aan de kerk verbinden moet. ,

,

,

,

,

,

;

,

,

,

;

,

,

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's

Voor een distel een mirt - pagina 194

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's