Locus de Consummatione Saeculi - pagina 513
College-dictaat van een der studenten
181
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). der menschen bedwongen worde en het alles met goede ordinantie onder de mentoega. Tot dien einde heeft hyj de overheid het zwaard in handen gegeven
schen
tot straffe
der hoozen en bescherming der vromen. te wijzen op het verschil in beteekenis
van het woord vroom Thans beteekent het „godvruchtig"; in de taal van den vroegeren tijd gaf het woord „ijveren voor een goede zaak" te kennen. Dezelfde uitdrukking komt voor in het dankgebed van het Doopsformulier en vromelyjk tegen de zonde, den duivel en zijn gansche rijk strijden en overwinnen mogen. In de middeleeuwen sprak men van een vroom ridder, d. w. z. niet een pieus ridder, maar een, die dapper, met moed en ijver strijdt. In de genoemde woorden van Art. 36 vinden we alle elementen opgegeven, die we hier hebben moeten. Al deze volzinnen zijn rijk aan inhoud, omdat ze het karakter dragen van dogmatische formuleering. De belijdenis der kerk Allereerst
is
vroegeren
in
tijd.
:
is
dan: 1**,
dat de regeermacht,, door de o\e^\\e\A, de potestas magistralis MiigQoeiQwdi,
de wereld intrad uit oorzaak der verdorvenheid; haren oorsprong heeft in de zonde; dat dus de overheid om der zonde it; /7 bestaat, (Cf. pag. 8 van dezen in
Locus) en niet buiten de zonde; de Overheid eene „gratia'' is. Dat zij bestaat, geschiedt door onzen God, niet tot betooning van macht en souvereiniteit, maar van genade en goedgunstigheid. De uitdrukking „goede Gfod" geeft hier het denkbeeld van
dat
2.
goeden G-ratia 3.
Communis. 't
Doel
der
maken van een
instelling
van
politiën
stuiting der zonde
is
en het mogelijk
dragelijk leven onder zondaren (opdat
toega).
Van Zijnentwege gaf God de Heere den mensch macht. Daarin ligt de ordinantie van de souvereiniteit. Opdat de Overheid dit zou kunnen uitrichten 4".
is
haar gegeven het wereldlijk zwaard, S**.
van
De
d.
het recht over leven en dood
i.
der vromen).
dien einde
(tot
positie, die
de Overheid inneemt hangt
het gebod. (C-fod willende
saam met
de veriUtwendiging
politiën).
In een zondeloozen toestand laat zich geen uitwendige wet denken. De wet G-ods is dan op de tafelen des harten geschreven en ieder kent zelf.
Evenmin
Gods wil vanhet Rijk der Heerlijkheid eene uitwendige wet denkbaar. echter slijt de innerlijke kennis van de wet uit. Wel blijven
is in
Door de zonde er van de wet nog Nachklange over. Rom. 2 de
precisiteit,
vs. 14. Deels
deels de autoriteit der ivet verloren gegaan, d.
is
door de zonde
aan de eene de kennis en het onderscheid tusschen goed en kwaad te loor; aan de andere zij gevoelt men zich, ook al weet men nog te onderscheiden tusschen zij
w.
z.
ging
goed en kwaad,
vrij
om
het
kwaad
te
doen
;
zelfs
kent
men
de noodzakelijk-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's