Voor een distel een mirt - pagina 61
VIII.
^eere
,,2)c
ons
gilood deje
te
doen
affe
in^eltingen"
HET SACRAMENT EN DE GODDELIJKE OEDINANTIE. En de Heere gebood ons te doen alle deze inzettingen, om te vreezen den Heere, onzen God, ons voor altoos ten goede, om ons in het leven te behouden, gelijk het te dezen dage is. Deut. 6 24. :
Over de heilige Sacramenten wordt in de kerke Gods vaak gedacht en gesproken, alsof het onze Sacramenten en niet de Sacramenten des Heeren waren. Gedurig ontvangt ge in zake het Sacrament den indruk, alsof het iets ware, dat aan ons believen stond door ons was uitgedacht; en waarover dus onzerzijds naar wilkeur kon beschikt worden. Ze gelden dan als een soort kerkelijke handeling van menschelijke vinding, waarvoor dus ook de menscb ;
den regel kon stellen. Komt het dan aan den Doop toe, dan spreekt men er onder elkander over of men hier of daar zal gaan; of men het nog zal uitstellen of bespoedigen wie zal meegaan wie zal heffen wie zal buigen en op al die vragen geeft men het antwoord zoo op het gevoel ;
;
;
;
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's
![Voor een distel een mirt - pagina 61](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/voor-een-distel-een-mirt/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's