Voor een distel een mirt - pagina 16
INHOUD.
XII.
Bladz.
VI.
,Eenonberouwelijke bekeering
tot zaligheid."
(Hoe reeds een kind zich moet bekeeren)
VII.
.
.
.
„Voor de menschen." 1""
(Spreken, niet zwijgen)
VIII.
„Ik zal u aannemen." (Wie alleen ons aanneemt)
IX.
jjOm
„Een
ieder wiens
„Leden gezet (Volwassen
in het
lid
l'"
harte vrijwillig is." l""-*
(De kunst van het geven)
XII.
1'2
niet gerechtvaardigd."
(De bloemknop die ontlook)
XI.
lob
„De band des vredes." (Onze band aan de geloovigen)
X.
i-o4:
Lichaam."
van Christus' kerk)
l*''^
IV.
VAN HET HEILIG AVONDMAAL. I.
„Deze verborgenheid
groot."
is
(Het heihge der heiligen)
II.
„Zijne genegenheid (De
III.
bruid
is
tot mij."
aan den disch van haar Bruidegom).
„De mensch beproeve (Zelf beproeving)
199
206
zich zelven."
212
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's