Locus de Consummatione Saeculi - pagina 186

184

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

God schiep tweeërlei: De eerde bestond

een geestelijke kern;

b.

een zich daar

om

Zijn „kahcü"

de natiën.

eeuwen door

alle

a.

De „kahal" was een

1.

2.

uit:

heen BÜngerenden

tijd

;

bulster.

lang geconcentreerd in één volk, zoodat „kahal" en natie

van Israël saamvielen. Nu echter

weg

kwam

de „kahal weer tot alle volken

;

maar nu

Als straf voor hun zonde verloren de Joden hun invloed^ hunne beteekenis in de „kahal", in de ecclesia. (De Engelsche, de Duitsche natie enz. hebben b. v. wel eene

valt tegelijk Israël als volk

eigenaardige einde;

een

plaats

eens

in de ivereld èn in de „kahal."

en beteekenis in de ecclesia).

heeft

die

straf

uit.

Als

alle

Doch daaraan komt eens

volken van de sKloy^ aan het

eeuwen in de „kahal" zijn verzameld en binnengegaan, dan zal ook weer nQÓaXrjipig in de „kahal" hebben, weer als volk een eigen plaats in de „kahal" innemen, weer zijne eigenaardige, nationale beteekenis erlangen. — Er zijn in de christelijke kerk eene massa Joodsche families opgenomen, vooral in de eerste periode yan haar bestaan. Doch zij zijn in die kerk opgegaan, de Joden hebben geen eigen representatie, als straf voor hunne Christusverwerping. Maar eens zullen zij, zoo leert de apostel, weer hunne eigenaardige, nationale positie in die kerk innemen. Vs. 16 s.s. Nadat Paulus dus uitdrukkelijk verklaard heeft, dat er eene nQÓakrjipLg van rivÉg zal zijn, gaat hij nu over tot het beeld van den boom. Wat is die boom ? Die boom, waarvan de takken — welke de Joden representeeren — worden afgehouwen, terwijl andere — de s'&vt], de heidenen — erop worden ingeënt, is de kerk van Christus. Zijne wortels liggen in het paradijs. Met Abraham c. s. is die boom van een bijsonder type geworden: einde der

Israël

TÓ 'i6Qai]l,

Die

ken,

representeerende

boom n.l.

in

'lagai^X is

de laug

mv

Qsov.

uitgegroeid en opgeschoten in tweeërlei soort van tak-

rrnchtbare

takken en loaterloten.

Die

boom

in zijn geheel is dus

met zijn eigen nationale, ceremoniëele eeredienst. Als nu Christus komt, dan houwt hij van dien boom alle ivaterloten af en legt Hij de bijl aan den wortel. De boom blijft dus staan, maar ontdaan van zijne water-

het Joodsche volk

loten, tó

nu

aan het Xei^fia %ax hloyr]v en dat is tÓ 'Jcparyi, b Iciog zov €)80V en wat er afgegaan is als waterloten, dat was al wat tot nationalen zin behoorde, maar niet deel uitmaakte van het Xiuificc

gelijk

aa^u rov Xqiotov

Israël

Op

in

;

dien nu aldus van takken beroofden Ijoom

Niet in den zin van ons inenten

d.

w.

z.

worden amlrre takken

inyevnt.

dat een tam takje wordt geënt op een

wilden stam, terwijl dan als gevolg daarvan de boom alleen vruchten draagt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen