Locus de Consummatione Saeculi - pagina 34

32 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

harde realiteit, de koude werkelijkheid. Allen sterven, de wijzen zoowel als de dwazen; ook al meent men en leeft men in de verwachting,

taties op de

dat

men van

geslacht

geslacht

tot

sterven de een na den ander (vs. 13)

dan alleen

;

zal

blijven

voortbestaan

niets onderscheidt de

éene: dat hunne heugenis voortleeft

dit

(vs.

12) allen

menschen van de beesten (vs, 14).

Vs. 14 „de dood zal hen afweiden" of liever: „de dood zal herder over hen gelijk de schapen niets tegen den herder hebben te zeggen, zoo ook zijn" ;

hebben zij niets tegen den dood in te brengen. Het gewone begrip dus nog. Doch dan maakt plotseling vs. 15b een onderscheid tusschen de goddeloozen, die

geweldenaars,

waarvan sprake was, en de rechtvaardigen en

als een

bliksemvonk wordt deze openbaring ingeschoven, dat, ook al hebben de rechtvaardigen het ellendig gehad en onderdrukking geleden van die gewelddenaars (VS. 6). er een 1p3 komt „de oprechten zullen over hen heerschen in den morgenstond." Dan wordt het anders, juist omgekeerd als het nu is. In deze uiterst opmerkelijke woorden liggen dus twee rijke, eschatologische gedachten :

V. dat 2".

er een 1p3

dat die

rechtvaardige,

komt na deze

"^ïJ^n.

1p3 een omgekeerde orde van dingen die hier

te voorschijn roept: de

verdrukt werd, zal heerschappij hebben en de gewel-

denaar ten onder worden gebracht. Jes. 14 9 v.v. De Scheool wordt gesteld tegenover Nebukadnezar. Eerst is in de voorafgaande verzen de ondergang van Babel geprofeteerd, de overwinning geschilderd. Niet alleen de aarde herademt, maar ook de Scheool leeft in de verlossing mee. Er blijkt hieruit dus: :

1".

2".

men a.

het leven in de Scheool staat nog in contact met dat op aarde; de voorstelling, dat, ook al is er een zwak leven, er toch bij die schim-

levensbeweging is; immers: wordt gesproken van een opstaan;

er

b.

daarbij gaat de Scheool zelf

c.

de Scheool wacht niet

komst van iemand; want

opwekkend

lijdelijk,

zij

was

totdat er

werk iemand komt, maar

te

;

gevoelt, de

beroerd;

de koningen der aarde behouden hun rang in de Scheool, ook al behoeven we die woorden niet letterlijk op te vatten („de bokken der aarde, dat 3.

zijn hier „de regenten"); 4". in het Scheool-leven gaat de heugenis van de sentimenten mee; Nebukadnezar heeft op aarde gekrenkt, de vorsten hebben geleden onder zijne macht en zijn gestorven met den wrok tegen hem in het hart; het voldoet hun wraakzucht, dat hij nu ook komt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen