Locus de Consummatione Saeculi - pagina 137
College-dictaat van een der studenten
135
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
gouden schalen, gevuld door den toorn Gods en deze
fiolen loopen achter elkan-
der af in ditzelfde hoofdstuk.
XVII
luidt dan het einddrama in het eindoordeel komt, de Christus nieuwe Jeruzalem daalt neer. Heel de Openbaring is dus één samenhangend visioen. Het is ermede als met eene tragedie, waarvan de afzonderlijke bedrijven behoorlijk zijn ingedeeld; en nu laat de dichter eerst die afzonderlijke bedrijven afspelen onder innerlijke symmetrie, totdat het slottafreel komt, waarmede alles een einde neemt. Gelijk nu een Aeschylus of een Sophocles zich bij het schrijven voor-
Cap.
:
1
:
verschijnt, het
stelde,
Hij
hoe het
bij
de opvoering zijn zou; zoo
ook heeft Christus
Gods raadsbesluit had afgelezen, aan zijnen apostel
het uit
het,
nadat
als in
een
perspectief getoond, opdat die het zou opschrijven, zooals het eens gaan zal. Juist
bracht
dit
de
vernuftig
schrijven,
Rationalisten
ertoe
die rechtmatige ineenzetting
om
van het geheel
daaruit te concludeeren tot de bedriegerij
van een vernuftig schrijver. Doch deze hunne conclusie is valsch. Wat toch zijn de symmetrieën en harmonieën, waarmede wij werken ? Het zijn alleen symbolische vertooningen, niet anders dan vormen, die wij aan de natuur hebben ontleend. God de Heere is de Schepper en de onderwijzer op alle gebied en dus ook op dat der symmetrie en der proportiën (de lichtstraal, de wereld der tonen enz.) De mensch heeft God nagebootst en God blijft de opperste Kunstenaar. Denk ik me nu, dat Aeschylus eene school van jongeren heeft gehad, die hij een drama leerde opstellen; en nu vind ik een drama en ik bezie dat. Maar, als ik dan de conclusie ging trekken, dat dit drama niet van Aeschylus kon zijn, doch dat het aan een van zijne leerlingen moest worden toegekend — dan handelde ik onredelijk. Zoo ook hier. Juist om het schoone der symmetrie en der harmonie moet geconcludeerd, dat het niet het werk van een mensch kan zijn, maar een kunstgewrocht moet zijn van God den Heiligen Geest, den Oppersten Kunstenaar zelven. De conclusie moet deze zijn, dat, als het nietsymmetrisch was, het dan ook niet van den Heiligen Geest kon zijn. Als we nu dat heele stuk van af Cap. VI willen indeelen, dan vinden we ook hier eene trilogische indeeUng: de zes eerste zegelen; Cap. VI de zes eerste bazuinen; de zevende bazuin
En we,
als
dat
we nu deze
3
getoond worden:
in
met wat
zich daaruit verder
ontwikkelt. deze 3 tafreelen weer eene incisie willen maken, dan zien
deelen
betrekking hebben
op
drie
mater iën,
n.l.
dat ons
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's