Locus de Consummatione Saeculi - pagina 734
College-dictaat van een der studenten
402 College-dictaat van een der studenten (Dog-matiek).
Heeft men nu ooit aan rechters inmenging in de kerkelijke zaken toegekend? Neen. Hieruit vloeit dus weer niets voort, wat de Overheden voor de kerk te doen hebben. Is de Kerk verdrukt, dan moet de Overheid tegenover de Kerk recht doen, doch dit moet zij tegenover ieder mensch.. En doet de Overheid dan onrecht, dan zal zij het oordeel van God daarover moeten dragen.
Er wordt
3^.
rechters
worden
van rechters en niet van Overheden gesproken, want de hier juist met de vorsten vei'geleken: „en o.ls een van de
vorsten zult gij vaJIe)i." vs.
7.
Er wordt niet gezegd: „gij zult zoo hoog staan en machtig zijn, maar er wordt juist gewezen op de ongelukkige eigenschap van vorsten, dat ze sterven, vallen, dat ze gestraft worden en zwak zijn. d. Jes. 44 vs. 28. Die van Cores zegt: Hij is inijn herder en hij zul al mijn we!(/evallen volbrengen enz. Men redeneert bij het beroep op deze plaats dan als volgt: Cores wordt hier een herder genoemd, dus alle Overheden zijn herders, pastores Dei over de volkeren en dus hebben ze als pastores Dei ook voor 4".
die volkeren te zorgen.
Waar is hier nu één letter te vinden om iets af te leiden voor de verhouding van Overheid en Kerk? Er is hier sprake van Cores, dat hij, hoewel Heidensch vorst, door Clod verkoren is Zijn welbehagen uit te voeren met betrekking tot het volk van Israël, welk volk hij naar het Heilige land zal laten trekken. Daarvoor nu wordt het beeld van een herder genomen. Zeer zeker is de lierder het beeld van den dienaar des Woords in de kerk, van een vader in zijn huisgezin en van een vorst over zijn volk. Natuurlijk is dan ieder herder op zijn eigen terrein. De koeherder en schaapherder hebben met elkanders terrein niets te maken. De een mag zich niet bemoeien met den kring van den ander. Cores wordt hier nu een herder der vorsten genoemd en niet der schapen, omdat dit de Heere Christus e.
1
is
en
blijft.
Sam. 24
Wat men
vs.
12.
afleiden wil,
moet vooral
hierin liggen. David zegt hier tot Saul,
vader noemt, zoo redeneert men, zijn alle koningen vaders en gelijk een vader zich ook met de ziel van zijn kinderen moet bezig houden, zoo ook moet de koning voor de ziel van zijn volk zorgen. „mijn vader"
Dergelijke
.
Als David Saul
redeneering, die
de
eene
zijn
men
Dogmaticus
zou,
schrijft
tituli
eminentes spreken.
van een gymnasiast verwachten den ander na, terwijl ze altijd over
niet eens
van
Moer dan de Overheden worden evenwel de
ivijzen in
de Schrift
,,
vaders"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's