Locus de Consummatione Saeculi - pagina 306

304 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

De

voorstellingen,

met

geheel

ons

De aanduidingen der 22

Apoc.

15

:

s%co

in

de

Schrift gegeven,

stemmen dan ook

van de hel overeen.

Heilige Schrift zijn:

ds oi ^vvsg enz., f'|w staat

alleen bestaat

dat

halve,

hiervan

dat topische karakter

bij

een rónog, niet

tegenover

bij

è'aco,

een begrip der-

de beschrijving van een toe-

stand.

Luk.

16

we

Hier zien

26.

:

hetzelfde. Jezus beschrijft hier den tweeërlei

toestand, waarin Lazarus en de rijke

hen

een

is

x'^'^t^'^

man

na hun dood verkeeren. Tusschen

dat alleen kan bepaald door twee oevers.

i^h^^, iets,

De rijke man spreekt er dan ook van (vs. 24), dat Lazarus naar hem toe mocht gezonden worden, naar hem toe mocht komen. Waar moeten we ons dan dien rÓTioq denken? In onze eeuw stond er iemand op (Kerl), die verklaarde, dat die plaats in een komeet was. Het kan wel, maar we weten het niet. Hij beriep zich nog wel op Judas 13, waar sprake is van schandelijke lieden, die, „als vlekken" :

kwamen

aanzitten in de

ccyanca'

der christenen.

opgemerkt Dan moest men consequent

Hiertegen 1".

zij

:

zijn

en zeggen, dat de hel ook

zit in

„de

wilde baren der zee", in „de boomen" en in „de waterlooze wolken" (vs. 12). 2". Dan moest men ook niet zeggen, dat die menschen naar de hel gingen,

maar

ze zelf de hel

dat

zijn.

Immers

er staat: „Zij zijn waterlooze

wolken,

boomen, wilde baren der zee, dwalende sterren." 3". Dit alles wordt evenwel niet gezegd van hun toekomstig lot, maar van hun tegenwoordig bestaan op aarde; hun toekomstig; eeuwig bestaan toch wordt bepaald door het slot van vs. 13. De eenige bepaling, die we mogen maken, is deze, dat de yéswa een rónog is

en dat

w.el tv ta kóg^co

Matth. 25 aixov

;

lij)ke

:

volgens

41. IIoQSvsod'E slg tÓ tivq, z6 rjroL^ccafiévov ra ÖLa^óXco nal zocg ccyysXoig

ecno plaats dus, die bereid is, door Gfod bereid, derhalve eene creatunrtot den xócftog behoorende; door God bereid, want het woord

xónog,

ijtoL^ac^évov staat absoluut, er staat niet bij vcp' savxav.

Daarbij

geeft

behoorende

bij

dit blijkt a. xó.a(ici

b.

de

den

immers

Heilige Schrift twee aanduidingen, dat de -nóafiog,

yhwa, hoewel

toch geen deel heeft aan het leven van den

^tocfio?;

uit:

de uitdrukking van Luk. 16;

f'l<»,

de uitdrukking xa

Deze uitdrukkingen

die eene onderscheiding te

yiüxco

(Joh. 8

zijn

aldus

:

te

kennen

geeft, evenals het

23) en ot Katax&óvtot, (Philipp. 2

:

10).

verklaren, dat de iiócuog een organisme

aanduidt, dat eene ordening heeft. Tegenover dit geordende, dien KÓa^og staat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen