E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 492

ZOND. XXXIVf/. HOOFDSTUK VI.

494

en daarmee op-

naspeuren. zoo zou ze heel ons leven moeten omvatten,

houden een eigen studie algemeene

te

trekken en de

lijnen

kan daarom

zijn. Zij

om

rails leggen,

men

Met opzet spraken we zooeven

men

toch vanzelf, dat

De

verbiedt.

hem

sloegen

te helpen,

de

aan de

verder

moeten doorgetrokken,

langs die rails zich heeft voort te bewegen.

van de Tien geboden met een

wet

anders dan

na

het

practijk des levens over te laten, hoever die lijnen

en hoe

niet

plichten.

meteen van af

er niet

priester en Leviet, die

niet

dood;

Al

is,

het toch, dat acht

is

komen, spreekt het

men

zoo

nalaat wat

ieder, dat ze

gebod

elk

bij

dubbele

de

hem

door

maakten aan het zesde gebod.

daarom de Catechismus

de

den uitgeplunderde voorbijgingen

bij

en toch beseft een

schuldig

zich

van

Gij zult niet, tot ons

:

Terecht

niPt

stelt

wat God

vraag, én

verhiedt, én wat God gebiedt. En dit zelfs in dien zin. dat niet het ré-rbod, maar het gehod vooropgaat. Toen God den mensch schiep, en den mensch

sprak alleen

het zedelijk besef inschiep,

verbod ontstaat eerst het vermogen

is

trekken

het

;

plaats

buigen

te

doen

te

van naar God

;

toe.

God

zedelijk

juist als

van de wet

wezen

zijns levens in

wat naar boven moest, naar beneden

loopen

;

en

Dit doet de

des levens in zich op te stellen,

dat

mensch

den

het tegi-nO'-d

geboorte" van rechts naar links, in

,.rad zijner

naar rechts

links

om

verleend,

om

haar tegendeel

dat

hieruit,

Het

positieve proefgnbod.

het

aldus

te

mensch

maar door

te

van

plaats

leven van GoO af in

niet door een

nieuw rad

hetzelfde „rad der geboorte",

in zijn ziel zette, in omgekeerde richting

Zoo

laten wentelen.

te

naar omlaag moest gaan, en gaat naar omlaag

naar hoven wat wat naar boven moest wentelen. De wijzer op de uurplaat loopt dan achteruit in plaats van vooruit. Maar ook al loopt hij in omgekeerde richgaat dan

ting

toch

komt

uit bij dezelfde uren. Bij één, of twee, bij drie, enz.

hij

Alleen maar deze uren wijzen nu alle verkeerd. Als de wijzer te loopen,

wordt het nu

zoo gaat dan ook in stede staat,

bij

11

in plaats

van

1,

bij

10 in plaats van

een omgekeerde beteekenis. Op de

Wet

cijfer

dat

2,

op

vooruit,

plaat

die

toegepast, en de Tien gebo-

den als zulk een wijzerplaat gedacht, kunt ge dus zeggen, dat de

van 11 naar 12

En

enz.

al achteruit

den zondaar de wijzer op de levensplaat

van vooruit, en geeft daardoor aan elk

12 begint

maar ook van 12 naar

11

achteruit

wijzer

kan loopen,

en dat op die wijs deugd in zonde omslaat en het leven in den dood. Dit zetten.

zou

niet

zoo

zijn,

Dan toch zou

hij

indien de

mensch

kunnen zeggen

doe ik niet; en dus zal ik eenvoudig Altoos

doet

ge

iets;

:

niets

zichzelf op nonactiviteit

Wat God

wil

dat ik doen

kon zal,

doen. Ge kunt niet nietsdoen.

en wie geen goed doet, doet kwaad. Een neutraal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen