E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 320
Derde deel
;
ZOND.
3-22
Het sterkst komt •<
XXXI. HOOFDSTUK
dit uit bij
XI.
de martelaren. In den regel toch stierven
onze martelaren door de executie van een vonnis, dat volkomen wettig in den vorm was en rustte op de wetten des lands. Soms zijn onze martelaren ook op onwettige wijze
vermoord of in den kerker heimelijk omge-
bracht; maar die gevallen kunnen hier buiten bespreking blijven. Meestal toch was het de wettige rechter, die op grond van de geldende wetten en in verband met de bestaande strafbepalingen, onze martelaren ter
dood veroordeelde, en door zijn scherprechter het vonnis voltrekken liet. üiensvolgens hebben onze martelaren er ook nooit aan gedacht, om het vonnis dat over hen uitgesproken wierd, als zoodanig te wraken. Al bleek toch uit dat vonnis, dat de bestaande landswet in strijd met Gods Woord was,
zij
mochten echter tegen de ongerechtige uitspraak der
als Chirstenen
Overheid geen ander dan
verzet voeren, en zijn
lijdelijk
stil
berustend en
met heldenmoed den dood ingegaan. Nu gevoelt men intusschen ^
terstond,
dat zulk een martelaar door deze executie wel uit het rijk van den aardschen koning gebannen werd, maar tegelijk door die executie zich een plaats der eere verwierf in het Koninkrijk der hemelen.
de moordenaar aan het kruis ons,
en dus
rechtens uit deze
door den dood,
dat iemand een moordenaar kan zyn
aardsche maatschappij kan worden uitgebannen
en dat toch juist die dood middel voor
in het Koninkrijk der
Omgekeerd toont
hem
wordt,
om
in te gaan. Het diepgaand verschil springt De han door het Zwaard sluit uit niets uit,
hemelen
dus daghelder in het oog. 'dan uit de aardsche maatschappij, die door de Overheid geregeerd wordt en daarentegen de han door den Sleutel des hemelrijks, sluit buiten dat
hemelsche Koninkrijk, waarvan Christus de gezalfde Koning en Gebieder
is.
Hiermee hangt het geheel verschillend karakter van deze twee machen dan ook saam. Immers het Zwaard beeldt af een dwingende, een heerJ schende macht, terwijl de Sleutel symbool is van een dienende en louter zedelijke macht. Slechts ten deele kan het dan ook goedgekeurd, dat men de kerkelijke discipline opvat als een soort kerkelijke rechtsbedeeling, die met de rechtsbedeeling der Overheid op één lijn zou staan. Dit is niet alzoo.
Bij
alle
goede
rechtsbedeeling toch gaat het
het geschonden recht, staat
men
om
de sterking van
op wettischen bodem, en moet de dwang
rechtsbedeeling snijdt zich de pezen door en er
volgen kunnen, of de wordt met haar gespot. Zoo echter staat het met de kerkelijke discipline om het geschonden recht te niet. De kerkelijke discipline treedt niet op,
handhaven, daar immers heel de verkondiging van het Evangelie juist bestaat in de verklaring van Godswege, dat zijn geschonden recht verzoend
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
![E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 320](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno-toelichting-op-den-heidelbergschen-catechismus/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's