E voto Dordraceno - pagina 320
ZONDAG
308 gelijk het in
XII.
HOOFDSTUK
V.
Melchizedek optrad. En nu staan deze twee zóó tegenover
elkander.
Aarons priesterschap is gebonden aan een bepaald volk; in dat volk aan eene bepaalde geslachtsrekening; door die geslachtsrekening aan een bepaalden stam; en in dien stam aan de geboorte uit een bepaalden vader; en na die geboorte aan een bepaalden leeftijd; en eindigt met den dood. Bij Melchizedeks priesterschap daarentegen hebt ge te doen met het algemeen menschelijke priesterschap, dat aan geen bepaald volk, aan geen geslachtsrekening, aan geen herkomst uit een bepaalden vader of moeder gebonden is; dat niet rekent naar het jaar uwer geboorte; en niet met het einde des levens ophoudt; doch, van alle deze bepalingen vrij, oorspronkelijk en op zich zelf bestaat. En vraagt ge nu in welk van deze twee priesterschappen de Middelaar het priesterschap aannarrij^dan antwoordt de heilige apostel: „De Midde-
was
laar
niet
uit
Juda; niet
uit
de Aaronieten;
hij
erfde zijn priester-
schap noch van zijn moeder noch van zijn pleegvader; hij ontving het noch op een bepaalden leeftijd noch door een bepaalde ceremonie; hij verloor het niet door zijn dood; maar behoudt het eeuwiglijk." Niet Aaron, maar wel Melchizedek, is dus, wat het priesterschap aangaat, het beeld van den Christus. Hij, niet Aaron, is den Zoon van God gelijk geworden. Niet Aaron, maar wel Hij blijft priester in eeuwigheid. Wel bij Aaron, maar niet bij hem, staat het priesterschap tegen het koningschap over.
Dusver loopt dus alles uitnemend. De Heere heeft den Middelaar verordineerd en gezalfd,
niet enkel
om
de Joden te redden, maar om uit allen volke, dat Hem aanroept, zijn kerk te verzamelen. Daarom gaat het priesterschap van Christus van het
bepaald Joodsche priesterschap van Aaron op het algemeen menschelijke van Melchizedek terug. En ook Christus was niet gekomen om het priesterschap van Aaron te bestendigen, maar om dit te vervullen en daarmee
op
te
heffen, en alsnu
weer
te
priesterschap, dat een tijdlang,
doen opstaan dat algemeen-menschelijke om der zonde wil en in de bedeeling der
schaduwen, door Aarons priesterschap
De
fout,
in
de schaduw was gesteld.
waardoor men ten deze het spoor
men verzuimde
bijster
raakte,
lag hierin
Melchizedeks priesterschap het priesterschap te zien, dat tot op het paradijs en dus tot op de algemeen-menschelijke bestemming terugging. Men zag in Melchizedek hoogstens een nooddruftig dat
priester, die
in
eigenmachtig en vrijwillig deed, wat Aaron naar de ordinantie
der wet verrichtte, en kon zoo niet vatten, hoe Melchizedeks priesterorde ooit
boven die van Aaron kon staan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's