E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 381
Derde deel
XXXII. HOOFDSTUK
ZOND.
VUL
383
een halm zoudt zien rijpen, zoo de koestering van de aarde, de bevochti-
dauw en regen en de
ging van
making
gloed der zon er niet bijkwam. De heilig-
dus een nieuwe weldaad, waardoor de Heere aan de kiem der
is
maken
wedergeboorte ontwikkeling en groei toebrengt. Niet wij
De heiligmaking
heilig.
nen brengen. Neen, de heiligmaking van Christus. In hem Al wat
ons persoonlijk
tot
is
evenals de Wedergeboorte een daad
onze heiligmaking. Hij
is
Hoofd verborgen, en „wij
heilig
zijn in
leven behoort
voorbereid heeft, opdat wij daarin
het
den Heere onzen
God,
is zelf
hem geschapen
God
is
kiem des nieuwen
En omdat God
uitgestrooid.
levens"
in
hera
hij
levens. Zoodra
gelijke wijze opwast, zoo
ontkiemen, terwijl het ling
gedijt.
bij
is
zaad
gelijk.
iemand wedergeboren is in
Maar
uit,
gelijk
zestig-
staat.
de
ook de landbouwer
het ook hier. Bij den één zal dat zaad terstond
het wassen gaat, zal het
En ook de vrucht
tot
ontwikke-
den één een
biJ bij
en winter zich zullen afwisselen; nu eens een bloeiende doodsche
ligt
dat zaad toch niet overal op
stadige heilige ontwikkeling teweeg brengen, terwijl
een
is,
de opgeploegde voren
den ander eerst na lange dagen
En ook waar
Ze ontvangen
waakt, zal noch kan dat „zaad
zelf er over
gelijk
belieft
weldaad der heiligmaking zeer onder-
deze
ooit verloren gaan.
dat al strooit
bespeurt,
in Christus als ons
wandelen zouden." Doch nu
graankorrel in den akker. Het zaad des levens
des
onze heiligmaking.
goede werken, welke
tot
scheiden uit te deelen. In de wedergeboorte zijn allen allen de
onszelven
niet iets, dat wij in ons zelven tot stand kun-
is
ge-
den ander zomer gestalte,
zal uiteenloopen,
van
dan weer
dertig- tot
en honderdvoud.
Een
verschil
dat
dan eerst
in het gelijk
komt,
als de
dood tusschen
beide treedt, en in ons sterven, door de afscheiding van het lichaam des
doods, de laatste smet der zonde geheel weggaat, ds oude mensch voor eeuwig verdwijnt, en door een wondere daad van heiligmaking onze ziel in de volkomenheid gesteld wordt. Het is alzoo een proces in drie stadiën.
Het vangt aan met de inplanting des nieuwen levens, gewoonlijk de wederHet schrijdt voort door de ontwikkeling van deze kiem,
geboorte genoemd. in het gestadige
werk der heiligmaking. En deze heiligmaking, die in ons kan zijn, maar altoos hoogst onvolkomen blijft,
leven
zeer
komt
tot
heen,
na ons sterven, hiernamaals
verschillend
haar voleinding eerst in ons sterven,
als
we, door den dood
„tot deze voorgestelde
volkomenheid
geraken."
Nu king dat
echter,
geheel afgezien van
wat
wij hiervan merken, de uitwervan deze daad der wedergeboorte en der heiligmaking altoos deze, is
ons
ik
omgezet,
anders gesteld, wedergeboren en vernieuwd wordt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's