GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 169

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 169

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG eindelijk

God den

van

HOOFDSTUK

VIII.

Heiligen Geest en onze Heiligmaking,

immanentie én transcendentie zuiverlijk

Want inwoning van den

te

De nauwste

om

én

vereenigen.

Heiligen Geest zegt juist dat de tempel waarin

woont van den Inwoner onderscheiden

Hij

157

III.

is.

vereeniging, en toch de onderscheiding volstrekt.

DERDE HOOFDSTUK. De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen. 2 COR. 13 13. :

In

God in

uw

belijdenis hangt alles

en het

belijdt,

om

kringen begaat,

veel

dingen

te

van

er

af,

wat ge van den Heere uwen men hedendaags

een hoogst gevaarlijke fout, die

is

opkomend

het

geslacht

onderrichten, en ze veel uit den Bijbel

maar

in

en

heilige

allerlei

van

veel

Jezus

te

op te komen, wat een Christen nu eigenlijk te gelooven heeft van den Heere onzen God, van zijn Wezen, zijn Wil en zijn Werk. leeren,

er bijna nooit

Met opzet spreken we daarom over

dit

„heiligste

der heiligen"

iets

breeder.

mensch schendt terstond de zuiverheid van zijn bevan het Eeuwige Wezen. Een zondaar ziet God valsch en belijdt Hem daarom valschelijk. Dat kan niet anders. De zonde belet hem juist te. zien en juist te kennen. Een zondaar is zijn God kwijt, want op hetzelfde Alle zonde in den

lijdenis

oogenblik dat de zonde

Gods ook voor

zijn

wil houden, grijpt

op grond van en nergens

dan óf

in

het vizier zijner ziele komt, gaat het

hij

mis, tast

dit grijpen in het

is,

merken, van

in

te

zon,

En overmits

zielsoog weg.

of wel

hij

in het luchtledige,

ijle,

zijn

heeft behoefte

ontwaren, van

maan en

hij

te

óf in

hout en goud,

't zij

uit

de stof van

of,

die aanwijzing

machtige dieren, óf

natuurverschijnselen, óf eindelijk in een beeld dat uit

en verklaart nu,

God voor een Algod die overal om er iets van te zien, van te

kunnen aanwijzen, en vindt

starren,

Wezen

dan toch God vast

hij

zijn

hij

zelf

in

vreemde

maakt,

't zij

gedachten.

En nadat nu de zondaar in zijn hoovaardij en zelfgenoegzaamheid gezegd heeft: „Laat God de Heere zich maar van mij terugtrekken; geen nood; zoo die God weg is, denk ik een anderen God uit; maak ik zelf een anderen God; of verklaar ik, oppermachtige mensch, wie en hoe God

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 169

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's