GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 13

Derde deel

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXVII. HOOFDSTUK

ZOND.

15

II.

Een kindeke dat jong sterft, kan wel wedergeboren, maar nooit bekeerd zijn want om u te bekeeren, moet ge tot bewuste kennis van uw zonde, en tot beiüuste kennis van het in een jeugdig kindeke

is

van 3, 4 maanden eenvoudig ondenkbaar. De Doop

ook het bad, niet der bekeering, maar der wedergeboorte.

heet daarom

Waaruit

gekomen, en zulk een kennisse

heil zijn

^'

volgt, dat zoo de

Doop een Sacrament der bekeering ware, alleen

volwassen personen zouden mogen gedoopt worden, maar dat nu de Doop

Sacrament der wedergeboorte

het

borene, geheel onverschillig of

hij

is,

de Doop toekomt aan elk wederge-

jong

of oud.

zij

Hierin hadden de Wederdoopers en Mennonieten dus volkomen gelijk, dat

den eisch stelden, dat het werk Gods in den persoon moest voorafgaan > en dat eerst daarop de Doop als Sacrament volgen kon. En zij, die thans

zij

den kinderdoop voorstaan, achtende dat zulk een kindeke als een natuurlijk

mensch met een heiden

del

om

de Heilige Schrift recht zal strijd

een

gelijk staat

en gedoopt moet worden als mid-

het daardoor een Christelijke opvoeding te verzekeren, zullen, zoo zijn,

steeds tegenover de Mennonieten in den

bezwijken. De Heilige Schrift kent geen ander Sacrament, dan zulk

dat

oorzaak

om

strekt, is,

om

waar dus geen mag ookniet gedoopt worden. „Wie

een voorhanden geloof te sterken; en

geloof te onderstellen,

geloofd zal hebben en gedoopt zal

worden."

zijn, die zal zalig

Maar zoo staan de Gereformeerde kerken

.

in dit geschil niet.

Onze Ge-

reformeerde' ker^ken hebben in al heur belijdenisschriften duidelijk uitgesproken, dat

zij

het Sacrament eeniglijk in dezen Schriftuurlijken zin op-

Sacrament met een andere bedoeling

vatten, en dus ook nooit het

nen, dan

om

een

vooraf door God gewerkt geloof

moeten de Doopsgezinden dus loof laten volgen, en dat wij

niet aanvoeren, dat

den Doop toedienen

te sterken. zij

in

^

toedie-

Tegen ons

den Doop op het

ge-

hope op een mogelijk

toekomstig geloof. Neen, ook onze Gereformeerde kerken houden vast aan

den regel dat

men

slechts daar

doopen mag, waar geloof moet ondersteld

worden.

Deze regel staat dus het

nu

tot

vast,

maar om hem

tweeërlei bepaling komen.

Ten

te

wat onder

geloof ten deze te verstaan

ling, hoe ik

weten kan of het geloof als aanwezig

En

in deze beide

zij.

En

van

ten tweede tot een bepate

onderstellen

is.

van de wijze waarop moet uitgemaakt,

van het geloof én bij

in de bepa-

welke personen de kerk

geloof te onderstellen heeft. Zij

feilen

-^

bepahngen raakten nu de Doopsgezinden op het dwaal-

spoor. Zij feilden namelijk én in de bepaling ling

kunnen toepassen, moet

eerste tot een bepaling

vooreerst,

zeiden we, in de bepaling van het geloof.

Menno

/

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's