E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 397

ZOND. XXXIII. HOOFDSTUK

Uit

van het leerstuk

vloeide- geheel de verdere omzetting

nu

deze fout

899

I.

der Wedergeboorte en der Bekeering voort. Vooreerst hierdoor, dat men, op die wijs de Wedergeboorte opvattende,

meer onder verstaan kon,

uiteraard er niet t.

wedergeboorte

verstaan

waardoor men

alsnu

bedoelt

moest onder

te

het leven der kerk

mee

te

leven

worden. De uitwendige kerk werd

mystiek lichaam met een eigen levensbloed en eigen

als een

levensgeest; in dit lichaam ging

werd het leven

wil. Veeleer

worden een zoodanige instorting van genade,

bekwaam werd om

en door het leven der kerk bewerkt

dan opgevat

mee

de Schrift er

v^^at

w. Een innerlijke omzetting van verstand en

men

dier kerk het leven

door het heilige Doopsel

in,

van den gedoopte, en had

hij

en zoo

aan

dit

heel andere leven deel.

Maar ten tweede volgde op zulk een

wijs

van de genade. En ook

verlies

werd,

uit,

dat de Wedergeboorte, die

volstrekt geen waarborg bood tegen

nu was geheel

dit

in strijd

met de

Heilige

kent geen wedergeboorte dan een zoodanige die een on-

Schrift. Zij toch

Maar op Rome's standpunt was dat

xerlieéhaar goed aanbrengt.

houden.

dan ook

hier

verkregen

Wierd toch de wedergeboorte

niet vol te

niet zoozeer gezocht in een

werk

dat God zelf in het hart van den persoon tot stand bracht, als wel in een

opnemen van dan verloor kerk

dien persoon in het

hij

verbrak,

of

in

en

derde,

in zijn kerk

die

had gewrocht,

gemeenschap met de

Vandaar dat Rome van wedergeboren personen

spreekt, die toch voor eeuwig

ten

gij

volgend leven die gemeenschap niet in stand

zijn

hield en niet realiseerde.

En

werk dat God

natuurlijk alles weer, zoodra

dit is

verloren

zijn.

voor ons tegenwoordig betoog de hoofdzaak,

volgde hieruit eveneens, dat aan den aldus door het heilig Doopsel kerkelijk

boete

Zoo sche

wedergeborene geen andere eisch kon zou doen voor is

zijn

gesteld worden, dan dat hij

zonden en gelooven in het

hem

toebeschikte

het dan ook uitgekomen, en als ge nu de handboeken der

heil.

Room-

godgeleerden opslaat, zult ge datgene wat voor ons Wedergeboorte

en Bekeering

is,

de Poenitentia

et

altoos behandeld vinden onder deze heel andere stukken Fide,

d.

w.

z.

Boete en het Geloof.

Van

de verdere uitwer-

king dezer beide stukken naar Roomsche voorstelling moet hier natuurlijk

worden

Het

afgezien.

is

ons thans er alleen

om

te doen,

om

duidelijk te

maken, hoe het komt, dat het stuk van de Wedergeboorte en van de Bekeering in den

tijd

gekomen. En zettelijk

der Reformatie nog niet tot genoegzame helderheid

dit

kennis

nu kan u

niet duidelijk

neemt van het

medestanders en volgelingen in ren

in

feit,

was

worden, zoo ge niet eerst op-

dat èn de Hervormers èn alle hun

die dagen,

van kindsbeen af geconfljt wa-

de geheel averechtsche voorstelling, alsof de wedergeboorte door

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen