E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 611

37 XXXYI. HOOFDSTUK

ZOND.

613

V.

niettemin aanspraak liebben op onzen eerbied, omdat ze in de consciëntie zich gebonden gevoelen, en liever boete, en

dan tegen hun consciëntie

Toch mogen dwaling

oogenblik

dan mag op de

niet,"

om

aarzelen,

ook hun meening als

omdat we wenschen

te qualificeeren. Niet

uitspraak van Matth. V:

lige

soms gevangenis, ondergingen,

in te gaan.

geen

wij

te

tornen aan de

36.

van

volle kracht

afgedongen.

dit „ganschelijk" niets

en van welk

is,

zweren de Heere uitspreekt, dat het ons ganschelijk verboden den booze

uit

is,

is."

spreekt van

leen

zweren dat

somt

zijn Ja,

ons neen neen, en dat

Hierop nu moet

het

ziveren

niet

God buiten deze verklaring zou

bij

Want wel

de aarde, noch

bij

Jeruzalem, noch

„Noch by den hemel, noch

:

hoofd"

34, 85, 36)

(vs.

;

bij

maar

kan

dit

God

bij

niet in

der

was gebonden.

als

eedzwering

Alle eed toch

men

de aarde omdat ze

ze zijn stad was, en

scheiding te

is

lijk"

bij

de voetbank zijner voeten,

uw

Staat

nu desniettemin

heeft, en dies zelf in

van

zijn

in

hij

bij

op

alle

zelf, is

is

den

met den

is.

Die onder-

tekst vóór ons

vast, dat Jezus zelf zijn,

altoos

Crods troon,

Jeruzalem omdat

Gods hand

zonde zou gevallen

bij

en

zijn

het creatuur min-

„Zweert ganschelijk niet" ware geweest,

enkel

niet

omdat het

hoofd,

dus ten eenen male ongeoorloofd, en

verdedigen.

gezworen

is

alleen de

bij

hemel omdr.t

zin,

omdat Jezus

het creatuur, zegt Jezus

bij

bedoeld. Bij den

God

bij

beperkenden

zelf bedoeld zijn,

regel juist zet tegen den regel der Farizëen, alsof

ling

dient erkend

het creatuur op-

Heere gezworen eeden houden moest, en aan eeden

niet

al-

bij

wel uitsluitend van eedzwering

bij

wat daarboven

al

dat zoo vanzelf het

en

vallen.

r^

zoo gan-

geantwoord, dat Jezus hier

creatuur,

het

bij

is;

Jezus in het volgende uitsluitend eedzweringen

uw

bij

ons ja moet

stel-

Als de Heere zegt: „Zweert ganschelijk

Slechts dient onderzocht van welk „zweren" hier sprake

schelijk, dat

_

den Eed

indien de bedoe-

om

dat „gansche-

eeden van een bepaald soort, maar ook op

-

alle

soorten van eeden toe te passen, dan volgt hieruit, dat alleen die uitleg-

ging van tot zijn

Jezus'

woord de proef

doorstaat, die het ganschelijk

volkomen

recht laat komen, en tegelijk den eed van Jezus zelven als niet

tegen dat gebod ingaande, doet uitkomen.

En deze

verklaring nu

scheiding toepast,

bevrediging van

die

uw

is

we

terstond gevonden, indien ge slechts de onder-

zoo straks maakten tusschen een zweren ter

zelfzucht, en een

zweren

uit liefde

voor God en den 7 is het

wijs zweren: o»i uwentwil, en dan

Ge kunt op tweeërlei maar ook om Gods wil, en dan kan het plichtmatig zijn. Wat deden nu de Joden, in wier midden Jezus optrad ? Ze hadden de gewoonte

naaste.

zondig,

om hun

den

Eed gedurig en aldoor

eigen

belang

te

te

bevorderen.

misbruiken in het private leven,

En

daarbij

zochten

ze

om

dan aan het

.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen