E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 579
Derde deel
XXXVI. HOOFDSTUK
ZOND.
581
I.
de Almachtige, op den voorgrond, en noemde Isaak Vreeze,"
sinds
veranderlijke,
van
die
Ik zal
:
Naam, dat ook
uit
;
zyn bondsvolk de naam
G-od voor
en God zelf had den zin van dezen Ik zijn
zijn die
Het
zal.
naam
Israëls
Gebod uitsluitend sprake
in dit derde
mag
heffen
is
de
een strafwetboek, dan zou naar de gewone opvatting, voor
naam Jehovah
schuldig staan, die uitdrukkelijk den
alleen
hij
zin en
met
om
die zich slechts wachtte
dan altoos
ging
van
vrij
hoe
dezen
dikwijls de
naam
nai
De Joden
nooit op
in de Heilige Schrift
hun lippen
voorkwam,
gemeen gebruik der volken,
in het
onderscheiding drukt
kapitale letters als het in de plaats
om
op zich
zelf
JEHOVAH Heere
stomme
de
met
staat,
alsdan
dit
e
men
veilig-
den naam van Adois
toen overge-
naam Jehovah staat, den woord Heere dan met
dit
van Jehovah
staat,
d.
en met kleine
let-
Heere, stond. Het ge-
i.
achter Heere te lezen en uit te spreken heeft dus
gebod niets
te
kunt ge alleen zien
met
om
nemen, en zoo
en zoo leest ook onze Staten-
;
Hebreeuwsch reeds Adonai,
als er in het
bruik
er
te
hun overzettingen van de
die in
overzetting overal, waar in het oorspronkelijk de
naam HEERE. Ter
wel eenigs-
hadden zich dan ook gewend,
naam Jehovah
Heilige Schrift deze usantie gevolgd hebben
ters
die
de plaats te lezen. Deze Joodsche gewoonte
voor in
gaan
zijn lippen te ne-
ook overigens zich aan misbruik
hij
te buiten ging.
zins tot deze opvatting neigden,
heidshalve
keer gegaan, en iemand,
te
naam Jehovah op
den
ooit uit,
namen
goddelijke
allerlei
gebod
dit
uit ijdelen
bedoeling op de lippen had genomen. Zelfs het gewone
ijdele
vloeken en lasteren zou er dan niet door worden
men,
al.
nu bepaaldelijk van dezen
is
is. Wat men niet naam Jehovah ; de Naam die toekwam Verbondsgod, Neemt men dus ook dit gebod als een artikel
in het ijdele op
aan
naam van
stellige
geworden
„Jehovah''
dus verklaard
Hem Pac/ïadi of „mijn
openbaring in den braambosch, was de vaste, de on-
die
maken. Of
er in het oorspronkelijke
in de bijbeluitgaven,
kapitale letters als
HEERE
gedrukt
waar het woord
is.
Maar ook
de beide woorden bijeen staan, en er dus gelezen wordt Heere,
als
HEERE
men toch beide woorden met de stomme e er achter. En dit wel omdat we nu eenmaal in onze Nederlandsche taal tweeërlei schryfwy-
schrijft
ze voor dit scheid,
dat
woord hebben, zoowel het
woord Heere hieruit,
Heer
woord heer
in deftiger
in
en eerbiediger
schrijft,
óf blijk geeft
Goede taaikenners, ook
styl.
zin
Dit
;
en zulks met
dit onder-
wordt gebezigd, en het
nu zoo
zijnde, zoo volgt
maar van oneerbiedigheid jegens het hoogste We-
dat wie nochtans, den hoogen
zen, óf toont de onderscheidingen
nen.
heer, als heere
gemeenzamer
van
God bedoelende,
zijn
niet Heere,
Nederlandsche taal niet
te ken-
geen geloovigen,
schrij-
al zijn ze volstrekt
ven, als ze van God spreken, dan ook altoos Heere.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's