E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 371
Derde deel
ZOND.
XXXII. HOOFDSTUK
beminnen, zich aan een creatuur
schap van 200 en
openbaren, in een creatuur de weten-
Goddelijk bestaan en de ken nisse van zijn
zijn
het voor
is
te
873
VI.
mensch en engel thans mogelijk
Wezen
gev^^orden,
te
Gode een
lof
en eere toe te brengen, die verre uitgaat boven de onuitgesproken
prijs
Hem
eere, die
en mensch
toegebracht wordt door zijn onbewuste schepping. Ook engel
zijn
wel niet tot dien lof bekwaam, zonder dat God
middelen
er alle
zoo
liefhebben,
wat echo op
Hij
zijn
zouden ze
zijn
want met wat
toe verleent;
liefde
aanbidding en
Hem
loven, zoo Hij
prijs uitspreken,
zoo de Heere niet zelf
taal èn de melodie
van het menschelijk
zijn
had uitgedacht en aan den mensch had geschonken? Maar
dan volkomen waar, dat ook de engel en de mensch
bij
het
al is
deze lofzinging
en
deze aanbidding niets anders kunnen werken dan met instrumenten,
•die
hun door God
eerst verleend zijn, toch blijft altoos dit over, dat
en dat ze in
gebruiken
dit
gebruik van die instrumenten hunne
gieten en hun hart kunnen uitspreken. Blijft dit
wat onze Paulus
te
varenslieden
of
om met
speken, een schel die luidt of een metaal dat klinkt.
dit
hooge en heerlijke plaats, dat
-een uiting der
en
prijs zich
gemaakt
omdat
dan
Gods troon opklimt,
dat,
in de
iets
om
het
_
het
Dan
klinkt
Maar heeft taal en toon,
een zielswerking van lof
Schepping uitgaat, en dat
met
is
van een men-
van de instrumenten van stem en
aanbidding en der dankzegging,
ziele uit-
naar God toe beweegt, dan wordt wezenlijk s|/ni\^aam er
;
uit de diepte
ze
de taal van
er geen menschelijk hart in, en heeft het dus zijn loon weg.
metterdaad
zij
dan natuurlijk
uit,
noemen papegaaienwerk,
schelijk hart, door middel
?
En met wat instrument
hun had toegebracht?
èn de stem èn de menschelijke
hun
zelf
zouden ze kunnen
hen had uitgestort? Met
niet eerst zelf die liefde in
geopenbaarde kennisse zouden ze
niet zelf die kennisse in
lied
leggen,
fl'roof-
voor
iets
eerbied uit te drukken, alleen het
bezielende en geheiligde creatuur Gode toebrengen kon. dien hoofde nu
Uit
is
het niet iets vreemds,
maar
iets
geheel natuur-
dat in de Heilige Schrift dat loven en prijzen van Gods
lijks,
sterk op den voorgrond staat; altoos
loven
en
met de
onderstelling er
waarheid in het binnenste
dit prijzen
zij.
Naam bij,
zoo
dat dit
Ook de kerke Gods
heeft zich hiernaar dus te voegen, zoo in haar gebruik als in den Dienst
des
Woords.
wel
te
En ook
onderzoeken,
tuurlijk
gij
hebt in het persoonlijk leven
zóó te kunnen loven en prijzen,
heel de ziel er uit innerlijken drang
Er
is
gift te
veel
uwer godsvrucht
of ge reeds tot deze hoogte reiken kunt.
bij
is
Want
na-
dankzeggen en aanbidden, dat en er
bij
blijft,
minder godsvrucht en zielskracht toe noodig,
staat zeer hoog.
om
een goede
geven, of zich eenig genot te ontzeggen, of een daad van toewijding
te verrichten,
dan
om
er zoo in
uw
hart en in het verborgen leven
uwer
-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's