E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 570
Derde deel
gen
XXXV. HOOFDSTUK
ZOND.
572
Wel
te bestrijden.
terdege toch hangt ook deze beeldendienst
gebod saam, en zulks op gebod
wordt verboden, en
.
En
door het
om
van
zinlijke
Wat nu
omdat én
zonde van Aaron en
in de
den beeldendienst der heiligen anderzijds, zich
het geestelijk karakter van den dienst des Heeren
kracht te berooven.
zijn
het eerste punt betreft
Woord ons
zijn
hoofde ook de beeldendienst der heiligen moet
ten andere
eenerzijds, én in
de neiging openbaart,
in
tweeërlei wijs. Vooreerst hierdoor, dat in dit
uit dien
uitgesloten.
Jerobeam
moet gevraagd,
om
eenige aanwijzing geeft,
gestorvenen of van getuigen voor
zijn
naam
onze bedehuizen en in den dienst voor
of de Heere onze G-od
de beelden van geliefde
een plaats te doen vinden in
zijn
naam
in te
indien er zoodanige aanwijzing in de Schrift gegeven ring van zulke beelden
vrij
tusschen het
Woord
feit niet
mengen. Alleen
is zal
ons de invoe-
staan; terwijl daarna dan in de tweede plaats
we met
de vraag zou rijzen, wat
'
met dit
eigendunkelijkheid en eigenwilligheid in den dienst des Heeren
alle
worden
IV.
zulke beelden doen mochten.
Nu
is
wel voor tegenspraak vatbaar, dat de Heere in
in-
zijn
ons niet de minste aanwijzing geeft, waardoor wij tot de invoering
van zulke beelden gerechtigd zouden
zijn.
Bezien
we
dit afzonderlijk
voor
het Oude en voor het Nieuwe Verbond.
Onder de Oude Bedeeling waren den Tempel
er zeer zeker in
den Tabernakel en in
afbeeldingen; iets waaruit op zich zelf reeds blykt,
allerlei
dat het Tweede Gebod geen verbod van alle afbeelding in bet heilige kan
Er waren afbeeldingen van cherubijnen, van runderen
hebben.
bedoeld
onder de koperen
van granaatappelen, van palmboomen en zooveel
zee,
meer. Maar, en dit toch
ontdekt ge zoomin
in
is
het,
waarop het voor ons
den Tabernakel, als
in
hier
aankomt nergens
den Tempel een spoor van
Hoe hoog stond Mozes niet in aller Joden schatting, en toch heeft in Tabernakel of Tempel een beeld van Mozes gestaan.
Heiligen.
/
nooit
Abraham,
en Jakob werden door heel Israël als patriarchen en maar noch van Abraham, noch van Isaak, noch Jakob bezat Israël beelden. Ook later is er niet aan gedacht om beelden van David of Salomo in huiselijk of heilig gebruik te nemen. Evenmin Isaak.
profeten vereerd;
komen
er beelden
van de
hoewel het dan ook in
heiliger
koningen of van de profeten voor.
Israël allerminst
ontbrak aan namen
uit de
Al-
oude
traditie, die tot
de invoering van zulke beelden aanleiding konden gegeven
hebben, nergens
komen
En ook nu nog vindt ge de beeltenis van te Amsterdam wel in den gevel van maar niet in den gevel van de Synagoge. De synagoge nu niet pas, maar zoolang er synagogen geweest zijn. ze voor.
Mozes en Aaron in de Jodenbuurt een Roomsche kerk, verwerpt
alle beeld,
Nooit heeft
eenig Israëliet zich de invoering van beelden van gestorven
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's