De verflauwing der grenzen - pagina 31
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit op 20 october 1892
29
werking
wat Schleiermacher uitspon, en naast hem veel Schelling met zijn schitterend gouddraad Het is het omgieten der vormen, het uitwisschen
van
gevaarlij l<er
nog-
borduurde. der
lijnen,
het hullen van de Christelijke essentie
een mo-
in
dern-philosophlsch gewaad. En hierbij nu ging de waarheid te loor. Niet alleen die objectieve waarheid, die in het erts
van onze
gebeiteld, maar ook die innerlijke waarheid waarmee op die belijdenis het Amen uit ons hart weerklinkt. Het werd al één spraakverwarring. Eén chaos van onheldere zwevendheden. En toen voleindde Schellinsf in deze mannen wat Kant met zijn „statutarische_Religion," begonnen had, door belijdenis staat
hun, gelijk Scholten het uitsprak, de kunst te inspireeren, om,
„nieuwe en vreemde denkbeelden onder oud-kerkelijke namen, als
de
uitspraken
der
aloude
rechtzinnigheid"
te
doen
uit-
venten 123).
Laat het nu
hierbii den drenkeling nagesprongen met het doel, om er hem uit te trekken maar dan is ook hun toch het tragisch lot overkomen, dat die drenkeling hen omklemd en in de diepte heeft neèrgetrokken, en dat niet zij den drenkeling hebben gered. in
zijn,
ikjieem het aan, dat ze
den philosophischen stroom
zijn
;
Waarlijk
ik
dweep met
Ritschl niet, maar, na de chaotische
hem ligt, is er in Ritschl's Van hem weet ge althans, dat hij met de oude metaphysica heeft gebroken. Maar toch, ook met Ritschl, dolen we al verder af. Letterlijk niet ééne grens woidd-bc
theologie,
die
achter
klaarheid toch verademing.
is
er,
die
op
nog onverzwakt en onverflauwd Vroomheid, ja, maar vooral vrije,
religieus gebied
oude spoor teekent. zeer vrije vroomheid moet het zijn, een vroomheid, zooals men die ten slotte ook in het dier meent te vinden. Want ja, met name bij onze huishouden acht meer dan één geleerde reeds heusche sporen van religie, een eerste begin van „vroomheid", ontdekt te hebben 124). Een bizariteit, die u bijna de vraag naar de lippen zou dringen, of het ook reeds uitgemaakt is, of ze onder de polytheïsten of monotheïsten^zijn te rangschikken. Een vraag voor wier beantwoording (wijl immers, de Islam nu uitgezonderd, monogamie zich liefst met monotheïsme verzelschapt) een spotter u allicht verwees naar de analogie van hun lagere het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 104 Pagina's