E voto Dordraceno - pagina 68
ZONDAG
56
maar
te
bedenken of
te
HOOFDSTUK
III.
III.
duidelijk uit te drukken,
willen, recht sterk en
zegt de Catechismus, dat het eenige, waardoor
zondaar
een
deze
uit
verdorvenheid weer kan worden opgericht, bestaat in de wedergeboorte. Zoolang die er niet is, kan hij het Koninkrijk van God zelfs niet zien, laat staan er naar grijpen. „Zonder mij", sprak de Heere Jezus tot een gevallen zondaar, „kunt
gij
En overmits nu een kind
niets
doen!"
volstrekt niets toebrengt of kan
aan zijn geboorte; en dus ook een zondaar bekeering)
de
volstrekt lijdelijk
is,
zoo drukt
juist
we door den Geest Gods wedergeboren worden", zoo volstrekt mogelijk
uit,
voor,
maar
dit
zeggen:
in
,, tenzij
scherp en beslist en
dat er in een gevallen mensch zelfs geen ritseling
of beroering ten leven mogelijk eerst
toebrengen
de wedergeboorte (niet
in
is.
Wie dood
is,
roert zich niet.
na het geboren of wedergeboren
zijn
En
komt de
niet
eerste
kreet van het leven.
Hiermee liggen de dusgenaamd drie staten dus onherroepelijk omver. zijn niet doode en levende zondaars en dan nog /za//-levende bovendien. Staten zijn er maar twee: óf nog geheel en volstrekt dood, óf reeds levend, al is het ook dat dit nieuwe leven nog slechts de bekommering in de ziel gaande maakt. Als een waarachtig bekommerde morgen den Er
dag
sterft,
gaat
hij
hem
zelfs
merlij k tot
God
in
hem was,
geen kriezel gruis aan Sion geven,
aan
zijn
al
als
het geen
bekommering kommert hij ook kom-
zal
al
zijn
dood.
Voorbereidende werkingen voor het geloof zondaar dan ook ondenkbaar. Die kunnen er allerlei
omgekeerd
regelrecht ten hemel in; en
waarachtige droefheid naar
voorbereidingen
om hem
en over
hem
zijn in in
den persoon van den
een zondaar niet
zijn.
Wel
en buiten hem, maar niet in
hem. Aan het zaad gaat niets vooraf. Zelfs geen vezeltje. Geploegd, gemest, besproeid, uitgesteend kan ja, de akker vooraf worden, maar eerst met het invallen van den zaadkorrel in de open voren komt de eerste mogelijkheid
van leven.
Men misleide dus noch zich zelven noch anderen. Alzoo, in die mate, is onze menschelijke natuur verdorven geworden, dat er wel nog eenige geschikte werking van verstand en wil voor dit zichtbare in haar is, maar niet voor het onzichtbare; ja, dat de werking van verstand en wil, al verhoedt
God
tegenhoudende genade, altoos neigt en helt naar het kwaad. dat, zal er iets voor den Heere uit worden, des zondaars bedorven geest juist geheel moet gebonden, opdat niet zijn geest, maar de Geest van God dit heerlijk werk in hem aanvange, doorzette en volbrenge.
Ja,
veel door
zóó bedorven,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
![E voto Dordraceno - pagina 68](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's