In de schaduwe des doods - pagina 10
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
3
kerk personen ziet leven, die de Yader in den hemel voorbijgaat, en aan wie Hij nooit een kastijding toedient, dan ligt hierin alle grond om te zeggen: Dan zal die man of vrouw gevn kind van dien Vader zijn. En daarom nu zegt de apostel: „Indien gij (namelijk in Gods kerk) zonder kastijding zijt, welke allen (alle kinderen van God) deelachtig zijn geworden, zoo zijt gij dan bastaarden en niet zonen."
Hoe
is
dit
gemeend? met
te spreken van lieden, die zonder kastijding het oog op die enkele wereldlingen, waarvan Asaf zong: „Daar
Heeft zijn,
de apostel
zijn geen banden tot hun andere menschenkinderen ?"
Stellig
dood
toe,
en
zij
zijn niet in
moeite
als
niet.
Dan immers
zou de ervaring moeten leeren dat alleen Gods kinderen den beker des lijdens dronken, en dat alle lieden der wereld, van de wieg naar het graf, over een pad met rozen wandelden. Wat niet zoo is. Want ook onder de lieden der wereld is veel bitter geklag en somber lijden. Ook van hen geldt het: „Door uwen toorn vereaat ons kwijnend leven." En omgekeerd zijn er heel wat kinderen Gods, die, zoo ge ze vergelijkt met menig kind der wereld, bijna geen lijden gekend hebben. Zoo opgevat, zoudt ge dus een gansch verkeerden maatstaf aanleggen en uitkomen bij een gansch valsche conclusie. Een conclusie, die er de bekeerde ziel dan toe voeren zou, om het lijden te gaan inroepen, om de smart te gaan begeeren, en als het kruis niet kwam, het door roekelooze zelfkastijding te gaan zoeken. Heel deze onware tegenstelling moet ge derhalve geheel opzij zetten. Er is hier geen sprake van lieden die wel, en lieden die geen tegenspoed kennen; maar van personen met, en personen zonder uit
KASTIJDING.
Een
nu is heel iets anders dan een teug uit den beker Als een man van vijftig jaren door een ander op den weg wordt aangevallen en hard door hem geslagen wordt, zal het noch hemzelf, noch iemand in de gedachte komen, om te zeggen, dat die des
kastijding
lijdens.
man
gekastijd is. ook, als een slechte vader, verhit van den sterken drank thuiskomt, en hij wil nu ook zijn kinderen dwingen om te drinken, en ze weigeren dit, en hij slaat ze daarom, dan zal het niemand in den zin komen, om dit een vaderlijke kastijding te noemen.
Of
Kastijding overkomt van
is
er
dan
iemand,
eerst
die
en dan
over
mij
alleen, als mij te
zeggen
consciëntie mij getuigt, dat ik het verdiend heb.
een tuchtiging en zoo mijn
heeft,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's