In de schaduwe des doods - pagina 306
L.
„liet
fiedroefd
afs
^z
anderen."
ROUWDRAGEN. Doch,
wetende
broeders, zijt
ik
wil niet, dat gij ondie ontslapen
van degenen,
opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geene hoop hebben. i Thess. 4 13.
zijn,
:
Van oudsher
pleegt het menschelijk hart, bij alle volk onder alle hemelstreek, bij het graf zijner doeden te treuren en te rouwen, en ook uitwendig dien rouw en die droefenisse van het hart in symbolen, die een ieder verstaan kan, uit te drukken. Dit is niet afgesproken, maar vanzelf uit de innerlijke ontroering van het hart onder alle volk zoo opgekomen. Daarom dragen alle deze symbolische uitingen van rouw ook één gemeenschappelijk karakter, ze strekken om het uitwendig leven te dempen, terug te laten treden, te laten verstommen, en het aan de ziel mogelijk te maken, om zich geheel terug te trekken in de droeve, sombere wereld van haar smart. Zoo sluiten wij nu nog de luiken onzer vensters, als om uit te drukken, dat we zelven niet verlangen met de wereld te doen te hebben, en liefst hebben dat de wereld voor ons het oog sluit.
en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's