In de schaduwe des doods - pagina 19
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
11
him
op hun aanzijn, op de kracht, waardoor ze leven en er
bestaan,
zijn.
psalmist begint altoos met het natxmrlijke. Wat de apostel ons „dat eerst het natuurlijke is, daarna het geestelijke", brengt hij in eiken psalm in practijk. Hij gaat altoos uit van zijn levensexistentie, van zijn bestaan als mensch onder de menschen, van zijn nooden en behoeften, van de
De
leeraart,
gevaren die hem bedreigen, van de vijanden die hem belagen, en van de kracht die onder dit alles hem staande houdt, om eerst uit dat natuurlijke tot het geestelijke, tot het hoogere, tot het eeuwige op te
klimmen. Ge kunt het kort zóó zeggen In de Schrift gaat het altoos uit van Gods almachtigheid, en eerst nadat die almachtigheid beleden en aangebeden is, klimt het van daaruit op tot de heiligheid, de gerechtigheid en de ontfermingen des Heeren. Geen eenzijdig rekenen met het werk van den Heiligen Geest en het werk des Zoons, maar altoos achter die beide het werk des Vaders in de belijdenis van zijn almachtigheid. Juist zooals de kerk in de XII Geloofsartikelen begint, eerst: „Ik geloof in God den Vader, den Almachtige", en dan daarna: „Ik geloof in den Heiligen Geest." :
Zoo eerst komt er eenheid in het leven van Gods kind. Niet eenerzijds een onbezield en doodend leven in zijn lichaam enin zijn huis en in zijn beroep, en daarnaast een hoog gestemd leven in de ziel en in den kring der vromen; en nu die twee naast elkaar geplaatst als cirkels, die elkaar niet raken.
Die
tweeslachtigheid
kent
de Schrift
niet,
en onze Gereformeerde
belijdenis verfoeit ze.
Beide cirkels moeten één zelfde middelpunt hebben, en dit middelpunt moet voor beide in den Heere onzen God liggen. Van Hem elke uitstraling van kracht in ons dugelijksch leven; en van dienzelfden trouwen Verbondsgod elke uitstraling van kracht in ons geestelijk leven en die beide uitvloeiingen van kracht uit eenzelfde bron en in eenzelfden persoon, op elkaar aangelegd, de ééne de andere steunende, omdat eenzelfde Goddelijke wijsheid ze beide verbindt. ;
De Heere het Bidt
te
Immers,
is
mijns levens kracht,
is
de zalige zielsuiting, die met
allen tijde saamvalt.
leeft ge waarlijk in dat heilig besef, dat, van oogenblik oogenblik, de kracht van uw leven, waarrfoor ge leeft en waarwiY ge leeft, niet in u is, u niet uit de wereld toevloeit, maar u toekomt uit den levenden God, dan is elke ademtocht, elke klop van uw hart^
tot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's